DVC’26

Het begin van voetbal in Didam

Per 1 januari 1910 was de Didamse bevolking gegroeid naar 4.705 inwoners (2.465 mannen en 2.240 vrouwen), waarvan het merendeel rooms-katholiek was. De oude Sint Martinus Waterstaatskerk aan de Kerkstraat was inmiddels te klein geworden voor de katholieke geloofsgemeenschap van de gehele gemeente Didam.
Nadat eerst nog plannen waren gesmeed voor een grotere Didamse kathedraal, werden in 1910 en 1911 respectievelijk de parochies Loil en (Nieuw-)Dijk gevestigd met de bouw van twee nieuwe kerken.
In die jaren was de oudere jeugd in het dorp Didam actief met korfballen. Deze sport was binnen de Didamse gemeenschap zeer populair en men vond het een nette sport. In 1913 was dan ook de korfbalvereniging Victoria opgericht.

Korfbalvereniging Victoria ca. 1915

De eerste voetbalactiviteiten in Didam kwamen aan het eind van de Eerste Wereldoorlog en dateren van omstreeks 1917. In die tijd waren er veel militairen in Didam gelegerd met als doel:

  • bewaking van het in Didam gevestigde quarantainekamp voor gevluchte krijgsgevangenen uit Duitsland;
  • bewaking van de grens tegen smokkelarij

Deze militairen voetbalden in het toenmalige weiland van Geurtzen aan de Kerkstraat, welke naast en achter het kerkhof van de Martinuskerk gelegen was. Onder deze militairen waren bekende voetballers uit de hoogste klasse van de NVB. Op deze wijze kwam de Diemse jeugd in aanraking met de voetbalsport, die echter in de ogen van menig ouder in die tijd een veel te gevaarlijke sport was. Direct na de Eerste Wereldoorlog barstte de voetballerij in Didam in alle hevigheid los. In bijna elke buurt werd wel in één of andere wei door jongeren het wilde voetbal bedreven.


Oprichting voetbalvereniging Theodem in 1922

In 1922 werd in het dorp Didam de eerste officiële voetbalvereniging Theodem opgericht. Deze vereniging fuseerde in 1923 met de korfbalvereniging Victoria en er werd verder gevoetbald onder de naam en de clubkleuren groen en wit van Victoria. Meer over Theodem en Victoria, de voorlopers van DVC’26, is hier te vinden.


Oprichting DVC

Eind september 1926 lag Jan Even wegens een breukoperatie in het Albertus-ziekenhuis aan de Raadhuisstraat in Didam. Op een zondagavond hoorde hij bij het raam van zijn kamer Wim Gilsing en Teun Wolters buiten tegen elkaar zeggen: ‘Dit is zo ook niets. We moeten weer een voetbalclub zien te krijgen’. Hij hoorde, dat Teun Wolters zei: ‘Als Jan Even maar weer uit het ziekenhuis is, dan hebben we zo weer een voetbalclub’.
Toen Jan Even enkele dagen later uit het ziekenhuis werd ontslagen, ging hij de belangstelling voor het oprichten van een nieuwe voetbalclub bij diverse ‘Diemsen’ polsen. Die hadden er wel oren naar. Omdat het de bedoeling was om een rooms-katholieke voetbalvereniging op te richten, werd kapelaan G.C. Smit ingelicht. Hij gaf zijn toestemming, omdat hij het beter vond dat de jongens gingen voetballen in plaats van naar Elten om te dansen.


Oprichtingsvergadering

Op donderdag 21 oktober 1926 vond de oprichtingsvergadering plaats in het Carolusgebouw aan de Kerkstraat. Het Carolusgebouw was op dat moment de bakermat van het rooms katholieke verenigingsleven in Didam. Bij de oprichtingsvergadering waren achttien personen aanwezig en was van vier personen een bericht van verhindering ontvangen. Van de tweeëntwintig leden, die deze oprichting van harte ondersteunden, zijn de volgende namen bekend:
De gebroeders Jan en Joop Even, de gebroeders Theo en Godfried Leonards, de gebroeders Teun en Willem Ros, meester Hein Reumer, meester Jan Nuijen, Louis Olislagers, Wim Gilsing, Teun Wolters, Nol Nova, Hendrik Bosz, Leo van Bree, Adri van Zimmeren, Gerard van Bindsbergen (ook wel Bruur Basta genoemd), Gerrit van Brink, Frans Bergmans, Frans Willemsen, Adri van Etten en J. van Gestel.
Als voorlopige bestuursleden werden gekozen: Theo Leonards, Jan Even, meester Jan Nuijen, Adri van Etten en Louis Olislagers.

Het Carolusgebouw
Kapelaan G.C. Smit

Eerste bestuursvergadering

Vier dagen later, op maandag 25 oktober 1926, vond een bestuursvergadering plaats, waarbij ook de geestelijk adviseur G.C. Smit aanwezig was. In deze vergadering werden de bestuursfuncties als volgt verdeeld:
Theo Leonards, voorzitter, Jan Even, secretaris, Jan Nuijen, penningmeester, Louis Olislagers, commissaris spelmaterialen en Adri van Etten, commissaris, die de zorg en het toezicht op de terreinaangelegenheden kreeg toebedeeld.

Jan Even
Theo Leonards

Eerste algemene ledenvergadering

Op zondag 31 oktober 1926 vond de eerste algemene ledenvergadering plaats en daarbij werd de clubnaam Didamsche Voetbal Club (DVC) aangenomen. Andere namen, die tijdens deze vergadering werden voorgesteld, waren: Sint Martinus, De Lijmers, Sparta en Velox.
Eind jaren dertig van de vorige eeuw werd de naam DVC’26 gebruikt en deze naam werd later koninklijk goedgekeurd (26-01-1961) en ingeschreven. Ook de verkiezing van de bestuurders werd door de ledenvergadering van 31 oktober 1926 akkoord bevonden. Verder werd besloten om als rooms-katholieke vereniging aan de competitie van de RKUVB deel te nemen en de wedstrijden om 13.00 uur aan te laten vangen. De RKUVB besloot nadien DVC in de tweede klasse in te delen. Van Hend Kummeling in de Tatelaar werd een weiland gehuurd en als voetbalveld ingericht. Dat was een zeer geschikt veld, hoewel het wat ver van het dorp aflag. Als kleedlokaal was een ruimte van het café-restaurant Het Wapen van Gelderland van Piet Willemsen aan de toenmalige Zevenaarscheweg beschikbaar. Het was heel gewoon, dat de kleedaccommodatie voor de spelers en scheidsrechter in een café of hotel gevestigd was. In die tijd en ook nog lange tijd daarna had geen enkele dorpsclub een kleedlokaal op het voetbalveld.

Notulen 31 oktober 1926
Café-restaurant Wapen van Gelderland

De eerste wedstrijden

Alvorens deel te nemen aan de competitie speelde men een vriendschappelijke wedstrijd in Zeddam. Met een grote nederlaag ging men toch zingend per fiets weer terug naar Didam.


Voetbal in competitieverband viel stil

Veel werk achter de schermen werd er vanaf de oprichting verricht door de gebroeders Teun en Willem Ros (van de schoenenzaken), Theo Leonards met zijn personeel en secretaris Jan Even.
In 1929 viel dit kader voor het grootste deel weg door allerlei oorzaken. Dit betekende dat de activiteiten van de vereniging in competitieverband voor twee jaar stil kwamen liggen. Wel voetbalde men onder elkaar nog naar behoefte. In naam bleef de vereniging bestaan met een kassaldo van 34,80 gulden en een waarborgsom bij de voetbalbond.


Herstart in 1931

Na een paar jaar rust werd DVC op 1 november 1931 weer actief. Tijdens de eerste bestuursvergadering werd besloten om het heerenlogement van Gerardus Janssen (De Höltere) aan de Kerkstraat als clubhuis en kleedlokaal aan te wijzen. Dat bleef zo tot de oorlogsjaren.
Er werd een voorlopig bestuur gekozen bestaande uit Theo Leonards (voorzitter), Jan Nuijen (tweede voorzitter), Jan Even (secretaris), Godfried Leonards (penningmeester), Theed Janssen (bestuurslid) en Willem Ros (commissaris van het materieel). Het kassaldo van het jaar 1929, groot 34,80 gulden, werd door meester Jan Nuijen wederom beschikbaar gesteld. Aan de RKUVB werd competitie-indeling gevraagd in de tweede klasse. Ook een tweede elftal ging aan de competitie van de RKUVB deel nemen. Kummeling wilde de wei niet meer verhuren en vervolgens werd een weiland van G. Roemaat in de Tatelaar (op de plek waar later zorgcentrum Kelsehof werd gebouwd) gehuurd.

Heerlogement
Gerardus Janssen
Het eerste team
in 1935

Succes seizoen 1937-1938

Het seizoen 1937-1938 was zeer succesvol. Het eerste elftal werd kampioen en promoveerde naar de tweede klasse van de IVCB. Zondag 4 september 1938 was er wederom een hoogtepunt vanwege de wedstrijd tegen Volendam, de amateurkampioen van Nederland van de Rooms Katholieke Sportbond en spelend in de eerste klasse IVCB. De wedstrijd werd bijgewoond door duizenden toeschouwers en werd door DVC (versterkt met gastspelers uit omliggende gemeenten) met 3–2 gewonnen.

Team 1937-1938
DVC tegen landskampioen Volendam in 1938

Samenstellen elftallen en de oorlogsjaren

In de werkplaats van Teun en Willem Ros vonden vaak besprekingen plaats en werden de elftallen door het bestuur samengesteld. In een later stadium werden de teams in de woonkamer van Hent de Reus aan de Spoorstraat door een elftalcommissie samengesteld om vervolgens te worden opgehangen in het publicatiekastje aan de voorzijde van de woning van de familie De Reus.
De Tweede Wereldoorlog veroorzaakte ook grote veranderingen binnen DVC. In de jaren 1940 tot 1943 werd enkel deelgenomen aan de noodcompetitie. De volgende twee jaren werd er in de wei van Roemaat geen competitievoetbal gespeeld.


Na de Tweede Wereldoorlog

Na de bevrijding ging men verder spelen onder de vlag van de KNVB in de vierde klasse. De tegenstanders konden per fiets worden bereikt en dat was erg praktisch vanwege de bekende vervoersproblemen (geen auto’s, geen benzine). Omdat het terrein van Roemaat niet meer beschikbaar bleek, week men uit naar de wei van Dorus Reuling aan de Dijksestraat in Oud-Dijk. Dit weiland lag tussen het huis waar burgemeester H.H.J.M. van de Poll (1921-1934) had gewoond en de boerderij van Dorus Reuling. Een korte tijd gebruikte men de deel van de boerderij van Reuling als kleedlokaal en daarna was het kleedlokaal en clubhuis bij café De Stoommolen van eigenaar Harrie Ketels.

DVC herrijst na de Tweede Wereldoorlog
De Stoommolen

Verhuizing naar het centraal gelegen ‘De Kom’ in 1947

Het speelveld aan de Dijksestraat lag niet zo erg gunstig en wat ver van het dorp af. Het bestuur zocht naar andere mogelijkheden en medio 1947 kon men daarvoor de weide van Jan Looman huren, gelegen aan de Rekkenweg in De Kom van Didam. Op zondag 31 augustus 1947 werd het terrein ingezegend door de geestelijk adviseur pastoor Janssen en werd het speelveld officieel in gebruik genomen. Het club- en kleedlokaal werd ondergebracht bij café Het Zwijnshoofd van eigenaar Joop Berendsen (de Rooie Joop). Aan de kant van de Rekkenweg werd het speelveld elke zondag onttrokken aan het gezichtsveld door een linnen doek. Op 27 augustus 1950 werd een nieuw kleedlokaal (voor het eerst) op het terrein ingezegend door pastoor A.F.A. Janssen.
Toen voorzitter Jan Even in 1953 naar Roermond vertrok werd hij opgevolgd door pastoor Janssen, een groot liefhebber van de voetbalsport. Deze geliefde pastoor bleef één jaar de voorzittershamer hanteren.
Een hoogtepunt werd het seizoen 1960-1961 waarbij men de landelijke pers haalde vanwege het winnen van de beker bij de amateurs. Daardoor kon worden deelgenomen aan het bekertoernooi van de semiprofs. De poule-indeling bestond naast DVC’26 uit Vitesse, Heracles, De Graafschap en DOS (nu FC Utrecht), dat de toenmalig keeper van het Nederlands elftal Frans de Munck (de zwarte panter) binnen haar gelederen had.

Het bestuur en erevoorzitter in 1951
De bekerwinnaars

Van ‘De Kom’ naar sportpark ‘De Nevelhorst’ in 1966

Na enige tijd was er in De Kom te weinig speelruimte om alle spelers te laten voetballen. Noodgedwongen werd er dus geoefend op andere plaatsen. Gemeentesecretaris Herman Koekkoek wilde een groot sportcomplex aanleggen in De Heegh, waarop alle Didamse voetbalverenigingen zouden worden ondergebracht. Dit bleek geen haalbaar plan en DVC’26 koos uiteindelijk voor het complex op De Nevelhorst. Een gedenkwaardige dag was 23 oktober 1966, toen sportpark De Nevelhorst officieel in gebruik werd genomen. Hierdoor kreeg men de beschikking over een hoofdveld, twee bijvelden, een bestuurskamer en twee kleedlokalen.

Opening ‘De Nevelhorst’ in 1966
Eerste steen sporthal in 1982
1937-1938Kampioen in de eerste klasse van de RKUVB en promotie naar de tweede klasse
van de IVCB.
1949-1950Kampioen van de eerste klasse van de GVB. Vervolgens promotie naar de vierde
klasse KNVB na een met 1-0 gewonnen beslissingswedstrijd tegen Sint Joris.
1960Winnaar van de KNVB-beker, district Oost, op 29 juni 1960 door een 2-0
overwinning op Vaassen.
1961-1962Kampioen van de vierde klasse KNVB met promotie naar de derde klasse.
1962-1963Kampioen van de derde klasse KNVB met promotie naar de tweede klasse.
1965-1966Kampioen in de derde klasse KNVB en promotie naar de tweede klasse.
1974-1975Kampioen in de derde klasse KNVB na een 0-0 gelijkspel in Eibergen,
waarna promotie volgde naar de tweede klasse.
1976-1977Kampioen in de tweede klasse KNVB na 4-0 winst op TEC.
Hierdoor promotie naar de eerste klasse als eerste vereniging in de Liemers.
1995-1996Voor de tweede maal werd de KNVB-beker van het district Oost gewonnen
na een 2-1 overwinning (na verlenging) in Bathmen op DOS Kampen.
1999-2000Kampioen van de derde klasse en promotie naar de tweede klasse.
1e team 1959-1960
1e team 1974-1975

Bronnen:

  • Wil te, Th.G.H. en Beursken, J., Didam 1815-2005 Een Liemers plattelandsgemeente, blz. 401-408, 422 en 423 (Didam 2008)