Inleiding
In het begin van de dertiger jaren van de twintigste eeuw werd er geijverd voor de vernieuwing van het onderwijs. Een klas van vijftig kinderen was geen zeldzaamheid en geld voor leermiddelen werd maar beperkt beschikbaar gesteld. De moeilijk lerende kinderen en hun leerkrachten werden het meest de dupe van deze weinig ideale situatie. Sommige onderwijzers lieten de ‘achterstandkinderen’ op de achterste banken zitten, maar andere onderwijzers (de idealisten) probeerden door heel veel herhaalwerk en door bijlessen na schooltijd de moeilijk lerende kinderen extra aandacht te geven. De grote scholen met dubbele klassen introduceerden A en B klassen (afdelingen met verschillende leerstof en verschillend tempo).
De situatie in Didam
De geschiedenis van het buitengewoon lager onderwijs in Didam begint in het jaar 1933. Het was geen officieel begin; er was ook nog geen sprake van BLO onderwijs. Men sprak over de ‘handwerkklas’. Destijds kwam men op de lagere scholen in Didam steeds meer tot het besef dat er meer gedaan moest worden voor de leerlingen, die niet mee konden met het normale onderwijs. Tot dan toe werden deze kinderen ‘gedoogd’; ze sukkelden mee en gingen af en toe naar een volgend leerjaar ‘wegens plaatsgebrek’. Onderwijzers hadden ook geen opleiding gehad voor de speciale hulp aan moeilijk lerende kinderen. Het is te danken aan de ‘zusters van het Piusklooster’ (Congregatie van de Zusters der H. Maagd, genaamd Het Gezelschap Jezus, Maria en Jozef), waarvan de Réverande Mère (overste) de beslissing nam zusters vrij te maken voor deze kinderen. Beslist niet onopgemerkt mag blijven dat ook de fraters van Utrecht vanaf 1936 de pioniers werden voor het Buitengewoon Lager Onderwijs aan jongens.
Zuster Emma
Zuster Emma werd op 2 juli 1896 geboren in Veenhuizen (Noord-Holland) als Anna Maria Bakker. Zij trad in bij de Congregatie van Jesus, Maria, Jozef (J.M.J.) op 11 september 1917. Zij haalde haar diploma kleuterleidster (bewaarschool A) en LO handwerken. Zij werkte in diverse plaatsen in Nederland, het laatst in Rotterdam en kwam van daaruit in 1933 naar Didam. Hier zette ze zich in voor de moeilijk lerende kinderen, want uit haar grote ervaring kende ze de problemen van deze ‘zwakke’ groep.
Mede op haar initiatief begon men op 1 april 1933 uit alle klassen van de lagere school de geestelijk minder begaafde kinderen te halen. Het waren er in totaal vijfentwintig. Zuster Emma gaf hierna leiding aan de minst begaafde leerlingen in de zogenaamde bezinkingsklas die bestond uit zeven leerlingen. Tot beschermheilige werd Don Bosco gekozen, zodoende werd het speciale lokaal waarin zij les gaf (in het voormalige meisjespatronaat) het Don Bosco-lokaal genoemd. De overige leerlingen kregen afwisselend lessen van zuster Johanna Avila en Walterus in handwerken en enig onderricht in lezen, schrijven, rekenen, taal, zingen en gymnastiek, maar op de eerste plaats godsdienst. Uiteraard alles op een laag niveau, zodat de kinderen eindelijk het gevoel kregen niet meer aan onhaalbare eisen te hoeven voldoen. Dit alles vormde het begin van het buitengewoon (speciaal) onderwijs in Didam. Er zullen destijds heel weinig Didammers geweest zijn, die de prachtige lange naam van de congregatie kenden, maar iedereen kende zuster Emma. Zij was zeer geliefd bij de kinderen, die ze met veel liefde en eindeloos geduld probeerde iets bij te brengen voor hun latere leven. Hoe eenvoudig het begin ook was, het heeft grote gevolgen gehad voor de uitgroei van het buitengewoon onderwijs en haar werk is mede een zegen geweest voor Didam en omstreken.
Eerste streekschool voor buitengewoon onderwijs
Op 13 oktober 1936 werd in het fröbellokaal van het Piusgesticht de Eerste Streekschool voor Buitengewoon Lager Onderwijs in Nederland officieel geopend. Door ruimtegebrek moest al spoedig een nieuwe school worden gebouwd aan de Lockhorststraat. Op 20 mei 1938 werd de nieuwe R.K. Streekschool voor Buitengewoon Onderwijs voor jongens en meisjes geopend. Aan deze Theresiaschool was zuster Emma nog jarenlang verbonden. Ook na haar pensioen bleef ze nog lang vrijwillig lesgeven. Ze was rustig en bescheiden, ondanks haar grote kwaliteiten nooit op de voorgrond tredend. Nooit sprak ze de kinderen met stemverheffing toe. De leerlingen luisterden zo ook wel.
Straat naar zuster Emma vernoemd
Het pionierswerk van zuster Emma was voor het gemeentebestuur aanleiding uit waardering een straat naar haar te vernoemen. Zuster Emmastraat is gelegen tussen de Kerkstraat en de Polstraat. Het commentaar van zuster Emma: “Zijn ze niet goed wijs? Wat ik heb gedaan zou ieder ander ook gedaan hebben als ze de nood van toen gezien hadden”. Gelukkig heeft ze die eer toch zelf nog mogen meemaken. Zuster Emma is tot 1978 in het Piusklooster blijven wonen. Daarna vertrok zij wegens ouderdom en ziekte naar het bejaarden- en verpleeghuis van de congregatie in Heeswijk. Zij overleed aldaar op 29 augustus 1984 op de gezegende leeftijd van 88 jaar.
Bronnen:
- Tomas, H., 50 jaar Katholiek Buitengewoon Onderwijs in Didam, historisch overzicht (Didam 1986)
- Leuw de, Sjef, 100 jaar R.K. onderwijs (Didam 1977)
- Weekblad De Liemers (6 december 1974)
- Didam in de twintigste eeuw, jaar 1933 (Didam 2007)