Schuttersgebouw

Oprichting schutterij St. Antonius

Nadat in 1911 de Dijkse parochie was gesticht, volgde in 1921 de oprichting van de RK Schutterij ‘St. Antonius’. Vooral meester De Ponti, die zelf geen zitting wilde nemen in het bestuur, was de grote drijfkracht in de beginjaren. Hij noemde zich administrateur. In werkelijkheid beheerde De Ponti zowel de administratie als de financiën. Ook geestelijk adviseur pastoor Bijlard drukte een belangrijke stempel op de beginjaren van de schutterij. Bij de oprichtingsvergadering werd Bart van Kempen de eerste voorzitter. Meester Theo de Ponti werd benoemd tot erelid en pastoor Bijlard werd benoemd tot erevoorzitter. Willem Wiendels werd de eerste secretaris en penningmeester werd Gerrit Sloot.

Schuttersfeest

Het eerste schuttersfeest werd gevierd op zondag 18 en maandag 19 september 1921. Het feest werd gehouden aan de Smallestraat in het weiland van Boerstal alwaar een gehuurde tent was opgezet. De tap werd bij inschrijving verpacht aan dhr. Kummeling uit Doesburg voor de somma van 336,56 gulden. Een glas bier kostte destijds 15 cent en een goede sigaar 8 cent. Vanaf de oprichting kent schutterij ‘St. Antonius’ twee koningen; één bij het schieten en één bij het ringrijden. De eerste twee koningen waren Willem Peters bij de schutters en Gradus Beekman bij de ruiters.

Bouw eigen schutterslokaal

In 1922 bracht voorzitter Van Kempen het volgende bestuursvoorstel in de ledenvergadering: “Het bouwen van een eigen feestgebouw. De gehuurde tent is veel te klein, niet goed dicht en komt telkens op heel wat huur. Een grotere die voortaan gehuurd moet worden, kost nog veel meer. Het kopen van een losse tent is ook kostbaar; deze moet bovendien ergens opgeslagen worden en kost heel wat tijd deze telkens weer op te bouwen en weer af te breken. Als alle leden eendrachtig samenwerken, dan moet die feestzaal er kunnen komen”. Met goedkeuring van de leden werd een lening aangegaan van 4.000 gulden en het bestuur gaf renteloze leningen uit van 5 gulden. De grond van Boerstal, waar voorheen de gehuurde lappen tent had gestaan, werd door de schutterij aangekocht. In januari 1923 diende het bestuur de aanvraag in voor het verkrijgen van de bouwvergunning. Die werd door B&W van Didam op 2 februari 1923 verleend. Bij de aanbesteding waren W. Freriks en J. van Vuuren de laagste inschrijvers met respectievelijk 530 gulden voor het timmerwerk en 350 gulden voor het metselen. Het grondwerk voerden de leden gratis uit en voor het halen van de vrachten zand en stenen stond een vergoeding in de vorm van een vertering. De vereniging zelf leverde de materialen voor het gebouw, dat een oppervlakte kreeg van 316 vierkante meter.

De opening

Op zondag 15 april 1923 kon het nieuwe verenigingsgebouw worden ingewijd door pastoor Bijlard en op 29 april volgde de feestelijke opening met een muziek-en toneeluitvoering. Het bal met de meimarkt en het derde schuttersfeest op 15 en 16 juli 1923 waren voor het eerst in een eigen feestzaal.

De stormramp

Op maandag 10 augustus 1925 trok een cycloon over Gelderland. Iedereen sprak over de grote stormramp die Borculo trof, maar ook Didam, Oud- en Nieuw-Dijk kregen met dit natuurgeweld te maken. De allesverwoestende storm raasde over de nieuwe feestzaal waardoor deze compleet werd verwoest.

De verwoesting in 1925
Nieuwe plechtige inwijding op Tweede Paasdag 5 april 1926

De herbouw

Het gebouw was niet verzekerd, dus waren de problemen voor opbouw zeer groot. Maar het bestuur ging niet bij de pakken neerzitten en besloot een nieuw lokaal te bouwen. Meester De Ponti en burgemeester Van de Poll stelden alles in het werk voor het verkrijgen van financiële hulp. Op 29 september 1925 berichtte het Provinciale Steun Comité, dat onder bepaalde voorwaarden een schadevergoeding werd toegekend van 5.000 gulden. Daarnaast werd een renteloze lening verstrekt van maximaal 3.000 gulden. Op 31 oktober 1925 werd de nieuwbouw aanbesteed en op paasmaandag 5 april 1926 was de opening en plechtige inwijding van het tweede schuttersgebouw. Inmiddels was dit gebouw wel verzekerd tegen brand- en stormschade. Boven de hoofdingang was op tegeltjes de naam ‘St. Antonius’ aangebracht. Op 29 mei bereikte het bestuur nog een aangename verrassing. Het Belgische Rode Kruis loste voor de vereniging de renteloze lening af. Als blijvende herinnering aan dit heugelijke feit werd besloten een gedenksteen in de voorgevel van het schuttersgebouw te plaatsen.

Diverse bestemmingen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw gevorderd door de Duitse Wehrwacht en gebruikt als werkplaats voor auto’s. Na de oorlog werd het gebouw gebruikt als toneelzaal, stem- en gymlokaal voor de lagere schooljeugd, voor samenkomsten en vergaderingen van het rijke gemeenschapsleven en voor parochiële zaken. Tot 1977 werden er ook veel feesten en voorstellingen georganiseerd.

Fatale brand in 1977

Er waren volop plannen om het schuttersgebouw flink te renoveren toen zich op 24 mei 1977 andermaal een ramp over de schutterstent voltrok. Ditmaal middels een allesvernietigende brand. In dat jaar werd het schuttersfeest gevierd in een linnen tent. Van 1978 tot en met 1996 werd het jaarlijkse schuttersfeest gehouden in zaal ‘De Knots’ aan de Smallestraat. Vanaf juli 1997 wordt het schuttersfeest wederom gevierd in een linnen tent, geplaatst op de parkeerplaats voor de basisschool.

Muziekvereniging DES voor het schuttersgebouw
De brand in 1977

Bronnen:

  • Staring, F., Van bosmark tot kerkdorp, 75 jaar Nieuw-Dijk (Doesburg 1986)
  • Egging, H., Nieuw-Dijk van A tot Z, honderd jaar parochie en parochianen (Duiven 2011)
  • Internet: http://www.stantonius.nl/de-schutterij/historie/geschiedenis