Markthal

Inleiding

In 1935 streefde het bestuur van de marktvereniging – aangemoedigd door ruim driehonderd leden – ernaar om een markthal op te richten. Toen al had dat bestuur de overtuiging dat een florerende varkensmarkt het bouwen van een overdekte hal noodzakelijk maakte. In 1939 werd begonnen met de grondaankoop. De Tweede Wereldoorlog doorkruiste die plannen en direct na de oorlog was er sprake van materiaalschaarste en enorm gestegen prijzen. Bovendien had de markt door de teruggang van de veestapel een gevoelige klap gekregen. Na de nodige formaliteiten – zoals financiering – te hebben geregeld, werd aan gemeentearchitect P.A.T. Smulders opdracht verstrekt tot het maken van een tekening, bestek en begroting.

De biggen- en/of groenmarkt omstreeks 1915
De biggenmarkt omstreeks 1930

Ontwerp volgens Delftse School

De architect ontwierp een markthal van 45 x 20 meter volgens de stijl van de Delftse School, waarbij de vorm van de topgevels was geïnspireerd op de klassieke Gelderse gevel. Grote deuren vormden de toegang tot de hal. Door de hal liepen twee paden van vier meter breedte met een zijpad, waarover vrachtauto’s en karren na het afladen van de varkenshandel de hal konden verlaten. Direct links van de hoofdingang werden kantoorruimte voor de marktmeester en toiletten aangebracht. Langs de zijkanten, achterkant en op de middenbanen werd ruimte gecreëerd voor het aangevoerde vee. Nadat de begroting naar beneden was bijgesteld en de aanbesteding had plaatsgevonden werd de bouw – na onderling beraad – gegund aan aannemersbedrijf Boerstal-Kok uit Didam voor de prijs van ƒ 66.718,–. Het terrein, waarop de markthal gebouwd werd, behoorde ook tot het marktplein dat voordien de Biggen- of Groenmarkt werd genoemd.

De eerste steenlegging

Op 27 september 1950 werd de eerste steen gelegd door burgemeester en erevoorzitter van de marktvereniging H.A.B. de Leeuw. Tijdens deze plechtigheid voerde de voorzitter van de marktvereniging, H.A. Loeters, het woord. Hij sprak er zijn vreugde over uit, dat na vele jaren sparen en plannen de markthal uiteindelijk kon verrijzen. Onder de genodigden bevonden zich onder andere pastoor A.F.A. Janssen, wethouder H. Cornelissen, gemeentesecretaris H. Koekkoek en vertegenwoordigers van de Wehlse varkensfokvereniging.

Toespraak bij de eerste steenlegging
Burgemeester De Leeuw legt de eerste steen

Opening

Op 2 april 1951 werd de markthal officieel in gebruik genomen nadat pastoor Janssen de hal had ingezegend. Per week werden er ongeveer 350 varkens verhandeld, tevens werden er ook – op beperkte schaal – schapen en kalveren aangevoerd. Dat de bouw van de markthal een gouden greep was geweest, bleek na enige jaren. De handel steeg sterk en ook de vraag naar andersoortig gebruik nam toe.

Opening 2 april 1951 (De Liemers) 
Toespraak burgemeester De Leeuw 

Bouw tweede hal en uitbreiding

Het ambitieuze marktbestuur besloot in 1955 tot de bouw van een tweede hal van ongeveer 250 m², haaks op de oorspronkelijke hal aan de Kerkstraat. Niet alleen groeide de biggenmarkt maar ook de koopwarenmarkt. De combinatie van beide markten eiste eigenlijk een scheiding. Gemeentearchitect P.A.T. Smulders was wederom verantwoordelijk voor het ontwerp en aannemer Kok mocht het werk uitvoeren voor 25.956 gulden, exclusief de stelpost spanten van 4.020 gulden. Tijdens de meimarkt van 1956 kon de (beperkte) tweede hal in gebruik worden genomen. Vervolgens werd deze tweede hal in 1958 alweer uitgebreid (12,5 meter langer). De nieuwe gemeentearchitect C.J. Bisschop ontwierp de tekening en aannemer Kok mocht het bouwen omdat hij de laagste inschrijver was met een bedrag van 13.883 gulden.

Markthal in 1951
De uitbreiding in 1956

Stop biggenmarkt en multifunctioneel gebruik

In 1974 stopte de handel van biggen in de markthal omdat de biggen door veehandelaren rechtstreeks bij de boeren werden opgekocht. De wekelijkse warenmarkt bleef intact en verder speelde de marktvereniging handig in op de behoeften uit de samenleving. De hal wordt regelmatig verhuurd voor diverse evenementen; ook is de hal in gebruik als autostalling. De markthal is voor de gemeente van economisch en sociaalhistorisch belang en houdt de herinnering levend aan de oorspronkelijk op het Didamse marktplein florerende veehandel. Daarnaast is de markthal van bovengemeentelijk belang voor de functionele en typologische ontwikkeling van dit bouwtype in Nederland. De markthal is in 2007 op de gemeentelijk monumentenlijst geplaatst.

De ‘Komeet’ , beurs voor het hele gezin
Bestuur marktvereniging 1951 

Bronnen:

  • Redengevende beschrijving Gelders Genootschap d.d. 8 februari 2006
  • Weekblad De Liemers (9-30 september 1950)
  • Dagblad De Gelderlander (10 maart 2001)
  • Stevens, H., Van alle markten thuis (Didam 2005)
  • Didam in de twintigste eeuw, jaar 1951 (Didam 2007)