Inleiding
Aan de Loilderhofweg, nog net in het Loilse gedeelte, heeft tot begin jaren zeventig van de vorige eeuw havezate Overenk gestaan. (Overenk werd in oude documenten beschreven als Averhingh, Averenck, Overeng.) Het was een belangrijk goed waarvan rond 1400 al sprake was. Door de eeuwen heen hebben in deze contreien verschillende havezaten (adellijke bebouwingen) gestaan, zoals ’t Hof Loil, de Luynhorst, de Manhorst, Schadewijk en het kasteel Loil. Havezate Overenk was echter een vreemde eend in de bijt…
Eerste eigenaren
In een akte uit 1399 wordt havezate Averhingh (Overenk) genoemd met als eigenaar Henrick toe Averhingh. In deze akte wordt Overenk zijdelings vermeld; beschreven is dat Henrick in Wehl een ander goed te leen kreeg. In het begintijd van Overenk (tot de 17e eeuw) worden in akten summiere vernoemingen naar het goed vermeld. Een volledig beeld van de eigenaren is dus niet meer te achterhalen.
Leen van Anholt
Havezate Overenk was tot eind 18e eeuw een leen van de bannerheren van Anholt. Overenk was als enige in deze regio een Anholt’s bezit. De andere adellijke gebouwen in de regio behoorden tot het graafschap Kleef, Gelre of Bergh.
Midden 15e eeuw bezat de familie Momme enkele decennia het goed Overenk. Dit was een wijdvertakt Gelders geslacht dat op kasteel Kell onder Angerlo zijn zetel had. Zo was deze familie verbonden met de familie Van Voorst en verkreeg Willem Momme door vererving het goed Schadewijk in Greffelkamp.

Van Broekhuizen
In de tweede helft van de 17e eeuw kwam Overenk in handen van de familie Van Broekhuijsen (Van Broekhuizen). Zij behoorde destijds tot de voornaamste familie onder de Hervormde Gemeente van Didam. Deze adellijke familie had eeuwen hiervoor al delen van de Veluwe en de Betuwe in bezit. De familie Van Broekhuijsen vond in de 13e eeuw haar oorsprong in de Limburgse plaats Broekhuizen (aan de Maas). In de tijd van de familie Van Broekhuijsen had Overenk al kenmerken van een havezate: een stenen gebouw met gracht en ophaalbrug. Na 1712 was Overenk niet meer in adellijke handen. Door schulden werd het goed door de familie Van Broekhuijsen verkocht aan Johan Roelen, de eerste niet-adellijke eigenaar van Overenk.
Veel verloop van eigenaren
Veelal door schuld verwisselde Overenk in de decennia erna regelmatig van eigenaar. Willem en Johanna Suurmond maakten het wel erg bont: in 1781 hadden ze er ruim 10.000 gulden voor betaald; door gedwongen verkoop moesten ze het drie jaar later van de hand doen voor slechts ƒ 4.000,–!
Klein en Groot Overenk
Op meerdere kadastrale kaarten staat Groot Overenk vermeld. Dat suggereert dat er ook een Klein Overenk is geweest. Dat blijkt inderdaad het geval: Groot Overenk was de havezate, Klein Overenk een (bijbehorende) boerenhoeve die verpacht werd. Alleen gedurende grotendeels de 19e eeuw heeft deze naast de havezate Groot Overenk gestaan.
Vanaf 1870 in handen van familie Roosendaal
Johannes Roosendaal uit Beek was een gefortuneerd man die over behoorlijk wat goederen beschikte. Mede door verkoop van diverse stukken bouwland kon hij in 1852 het goed ’t Hof Loil kopen, dat enkele honderden meters van Overenk stond en nog altijd staat. De eerste jaren verpachtte hij de boerderij om er vervolgens in 1873 zelf met zijn gezin te gaan wonen. Het echtpaar Roosendaal kreeg twee zonen: Johannes Hendrikus en Bernardus. Bernardus zou later ’t Hof Loil overnemen en voor Johannes Hendrikus kocht vader Roosendaal in 1870 ‘Het erve en goed Groot Overenk, bestaande in huis, huis en schuur’. Met ‘huis en schuur’ zal Klein Overenk bedoeld zijn. Destijds bestond het gehele bezit van Groot Overenk uit 34 percelen, met daarvan sectie D13 als Klein Overenk, sectie D14 als water (restant van de gracht) en sectie D15 als huize Groot Overenk (zie onderstaande kaart). Kort daarna lieten de Roosendaals Klein Overenk slopen.

Volgende generaties Roosendaal
Johannes Hendrikus Roosendaal trouwde in 1872 met Helena Goris uit Aerdt en zij kregen zes kinderen. Hun zoon Theodorus Johannes en diens vrouw Hendrina Johanna Roosendaal-Wenting (zij trouwden in 1919), werden de volgende eigenaren van Overenk.
Toelichting bij de foto: Theodorus Johannes Roosendaal zit rechts op het hek. Aan de weerszijden van de laan staan zijn vier zussen; deze laan is thans grotendeels nog bestaand.
Weinig geluk
Het echtpaar Roosendaal-Wenting werd getroffen door het ongeluk. Theodorus Johannes overleed in 1928 onverwacht op 47-jarige leeftijd. Zijn vrouw Hendrina moest toen in haar eentje het bedrijf runnen en vier kleine kinderen grootbrengen. Om het hoofd boven water te houden verkocht ze regelmatig een stuk bouwland. Ook zal het onderhoud aan de boerderij minimaal zijn geweest, waardoor de staat ervan sterk achteruitging. Vijf jaar na het overlijden van haar man stierf ze, ze werd vijftig jaar. De vier weeskinderen (1 zoon en 3 dochters) werden bij familie ondergebracht. De voogd van de kinderen verpachtte Overenk eerst aan Wilhelmus Peters en vanaf 1940 aan familielid Jo Smeenk en zijn vrouw Maria Smeenk-Wenting.
Theodorus Roosendaal neemt Overenk over
In 1952 kwamen de kinderen Theodorus Roosendaal en zijn oudste zus Helena terug op Overenk om zelf de boerderij voort te zetten. In 1956 trouwde Theodorus met Everdina Peters en het echtpaar kreeg vijf kinderen. De oude havezate/boerderij Overenk was al lang niet meer ‘van deze tijd’, zij vergde veel onderhoud en was nauwelijks schoon te houden. Daarom werd besloten tot nieuwbouw, waar in 1971 mee begonnen werd. Nadat het nieuwe huis gereed was, werd de oude ‘havezate’ Overenk gesloopt. Zoon Harrie nam de boerderij over, die hij thans nog met zijn gezin runt.
Eigenaren
Hierbij moet worden opgemerkt dat het eerste deel van de lijst vrij onzeker is. Deze kon slechts worden samengesteld uit summiere vernoemingen in diverse oude akten.
Jaar | Naam |
1399 | Hendrick toe Averhingh |
1429 | Walraven van Lennep |
Voor 1448 | Willem Momme |
Na 1448 | Willem van Rijswijk |
1451 | Werner van Lennep |
1487 | Willem van Zuilen |
1493 | Henrick van Zuilen |
Voor 1650 | Welpendorp Smullinck tot Averenck |
Voor 1651 | Johan Smullinck |
Na 1651 | Arnold van Heerde senior (?) |
1664 | Arnold van Heerde junior (?) |
Voor 1669 | Anna G. van Moerbeke |
Na 1669 | Michaël van Broeckhuysen |
1675 | Joost van Broeckhuysen |
1704 | Elisabeth van Broekhuysen-van Theuven |
1712 | Johan Roelen |
1726 | Johan G. van der Portzen |
1752 | Georg W. van der Portzen |
1774 | Johan Georg Werningh |
Voor 1781 | Johan Adrian Werningh |
1781 | Willem Suurmond |
1784 | Johannes G. van Leenhof |
1788 | Johanna B. van Heerde-van Knoppert |
1820 | Maria A. van Knoppert |
1828/1830 | Gerrit Donkers |
1868 | Hendrina Donkers-van Huet |
1870 | Johannes Roosendaal |
1875 | Johannes sr. = Johannes jr. Roosendaal |
1884 | Johannes jr. Roosendaal |
1912 | Helena Roosendaal-Goris |
1919 | Theodorus Johannes Roosendaal |
1928 | Hendrina J. Roosendaal-Wenting |
1930 | Kinderen Roosendaal (middels voogd) |
1952 | Theodorus J.L. Roosendaal |
1988 | Henricus A.M. Roosendaal |
Bronnen:
- Stevens, Henk, Averenck modo Overenk (Didam 2007)
- Familie Roosendaal