Schutterij De Heegh is een van de kleinere schuttersverenigingen van de zeven. De schutterij is opgericht op 29 augustus 1929. De oprichters waren mensen uit de buurtschap De Heegh, de buurtschap waar in het verleden de rechters van Didam lange tijd waren gevestigd. Het waren de heren Clappers, Van Wessel, Evers, Gieling, Berendsen en Kamphorst. Zij waren van mening dat ook een buurtschap als De Heegh recht had op een eigen schutterij. Bij de oprichting had de vereniging reeds een behoorlijk aantal leden, ongeveer 75, die bijna allemaal uit de buurtschap zelf kwamen. De eerste commandant was J. Berendsen en de eerste beschermheer was G. Clappers. De verenigingskleuren van schutterij De Heegh zijn wit en blauw.
Het ledenaantal van de vereniging is door de jaren heen vrij constant gebleven en bedroeg in 2005 rond de 75. In 1948 kreeg de schutterij een eigen drumfanfare met een eigen bestuur. Door een brand is veel van het oude archief verloren gegaan. Desondanks is de vereniging springlevend en heeft zij op 28 en 29 augustus 2004 haar 75-jarig bestaan gevierd. De schutterij neemt een belangrijke plaats in de gemeenschap van de Heegh in, onder andere door de activiteiten met het carnaval en de organisatie van wekelijkse bingoavonden.
Schutterslied van De Heegh
Refrein:
Ik bun in De Heegh geboren,
Doar het mien wieg gestoan,
Ik heb er mien hart aan verloren,
En steeds mien best gedoan,
En is er wat te beleven, dan stoa ik steeds veuraan,
In de Heegh, in de Heegh, doar goa ik der tegen aan.
Bi-j de Knots al op het schietterrein,
Woar menig lepel vult,
Met Schuttersfeest een groot festijn,
Deur veul muziek omhuld,
Het tamboerkorps, de vendeliers,
Die dragen hun steentje bi-j,
Dat kan allemoal hier in de Heegh en iedereen is bli-j.
Refrein:
En dan goa ik noar Markzicht toe,
Noar het feest met veul kabaal,
Tot ’s oavonds laat, ik word niet moe,
Van het dansen in de zaal,
En iedereen hier van de Heegh, den lut zich helemoal goan,
En drinkt zich menig glaasje leeg,
D’r blief ter geen eentje stoan.
Refrein:
Bronnen:
- Wessel van, H., Didam 1815-2005, Een Liemerse plattelandsgemeente, hoofdstuk Schutterswezen, blz. 363 – 365 (Didam 2008)