Inleiding
Huis De Heegh aan de Heeghstraat werd lang geleden als havezate vermeld. Dat betekent dat het riddermatig goed was, een ridderhofstede. A.G. van Dalen schrijft in ‘Nederlandse geschiedenis in en om de Liemers’ dat er al in 838 een vermelding was van ‘Heoa’ in de landstreek ‘Leomerike’. Hiermee zou ‘De Heeg’ bedoeld kunnen zijn. Hij trok die bewering echter zelf om taalkundige redenen in twijfel. In de 15e eeuw werd gesproken over De Heege, een havesate in Diedam, maar hiervan zijn geen afbeeldingen bekend. In 1721 en 1731 zijn pentekeningen gemaakt van het gebouw dat in 1719 werd gebouwd.
Op de kadastrale kaart van 1832 staan drie gebouwen bij elkaar, waarvan de grootste het huidige huis De Heegh is. Dat was het voormalige koetshuis dat bij de havezate hoorde. In 1897 werd dit koetshuis verbouwd tot woonhuis/boerderij, het huis dat thans nog bestaat en de naam De Heegh op de voorgevel heeft. Wat nog over was van de oude havezate, werd afgebroken.
Anna Rasing (overleden in 1988 op 102-jarige leeftijd) vertelde als volgt over haar jeugd op De Heegh: “Mijn vader werd in 1882 boswachter op De Heegh dat toen eigendom was van ‘de heer van het kasteel’, zoals dhr. Van Embden uit Oosterbeek werd genoemd. Mijn vader werd in 1897 eigenaar toen de oude heer Van Embden overleden was. Op het landgoed De Heegh stond een kasteeltje met een gracht er omheen, een boswachterswoning, een grote schuur, een boomgaard met zo’n 90 fruitbomen en veel bos met prachtige dikke beuken en eikenbomen. De gracht werd voor het grootste deel in 1897 gedempt. In 1937 volgde het resterende deel.”
Wat betekent De Heegh?
In oude stukken wordt De Heegh ook geschreven als Heeg en die Hege. In oude woordenboeken staat heeg aangegeven als heg of haag. Ook staat daarin vermeld dat men een boom met een boschbijl kon hegen. Ook wordt Heechde vermeld als hakbosch.
Verder wordt Heegh genoemd in de rechtspraak. In de middeleeuwen gebruikte men het werkwoord heegen om het afpalen of omheinen van een bepaald stuk land aan te geven om daar een rechtsgeding te houden. Men heegde een gericht om er een bepaalde rechtszitting te houden. De rechtspraak in Didam was vanouds met de Heeg verbonden, zodat de oorsprong van de naam ook daarin gevonden kan worden.
De Heegh en de betekenis voor de katholieke kerk in Didam
In de tijd dat het voor katholieken moeilijk was om hun geloof te blijven uitoefenen (eind 16e tot begin 18e eeuw) hebben de toenmalige bewoners van havezate De Heegh zich er voor ingezet om toch een katholieke kerkdienst mogelijk te maken. In 1596 kwam de Didamse dorpskerk in het centrum van Didam in hervormde handen. In plaats van een katholieke pastoor werd er een protestantse dominee aangesteld, Pibo Ovetius. Jelis van Plees is dan richter van Didam en woont op havezate De Heegh. Samen met andere welgestelde lieden in Didam heeft hij zich verzet tegen de komst van deze dominee. Na een jaar is deze uiteindelijk uit Didam verdreven. De reformatie kon echter niet worden tegengehouden en zo verloren de katholieken hun kerk. Het gevolg was dat de katholieke gemeenschap niet tot de volledig gerechtigde staatsburgers behoorde.
Het merendeel van de Didamse landadel werd in 1640 als lid van de hervormde kerk genoemd. Tot de uitzonderingen behoorde de familie Van Plees van havezate De Heegh.
Blijkens aantekeningen van 1716 van pastoor Tuijnslijper was er bij de woning van de heer Van Erp een boom (Kerckbenk genoemd) met overblijfselen van een aarden altaar en opgehoogde grond om als zetel dienst te doen.
In 1698 werd aan de Weemstraat – kort in de buurt van havezate De Heegh – op een perceel grond van Johanna Catharina van Plees, weduwe van Willem van Erp van Havesathe De Heegh, een nieuwe schuur gebouwd, welke als katholieke kerk dienst ging doen. Op last van het Hof van Gelderland moest deze ‘paepsche’ schuilkerk in 1699 (bevel van 5 april 1699) al weer worden afgebroken.
In 1716 kocht Balthasar Assueer van Erp, zoon van Willem van Erp van havezate De Heegh een boerderij aan de huidige Kerkstraat. Het achterhuis ging dienst doen als schuurkerk en het voorhuis als pastorie. Later werd op die plek de St. Martinuskerk met pastorie gebouwd.
De eigenaren
Periode | Eigenaren |
1440-1450 | Jacob van Tellicht/Deric die Tolner |
1450-???? | Wessel van Woldenborch (Waildenberch), richter van Didam |
????-1584 | Arnt van Woldenborg (Waldenborch), richter van Didam |
1584-???? | Anna van Woldenborg trouwde met Jelis van Plees, richter van Didam |
????-1651 | Willem van Plees, richter van Didam |
1651-1666 | Johanna Catharina van Plees tot die Hege |
1666-1706 | Zij trouwde in 1666 met Willem van Erp van het Holtz tot Pufflick |
1706-1709 | Johan Aegidius van Erp |
1709-1736 | Gerard Floris van Erp |
1736-1737 | A.B. Smits |
1737-1743 | G.H.J. Schaap tot de Baerle |
1743-1744 | Bartruit van Erp |
1744-1766 | Haantjes |
1766-1794 | Torck |
1794-1809 | De Neree |
1809-1853 | Jan van Embden (burgemeester van Didam) |
1853-1880 | Gerrit Jan van Embden (burgemeester van Didam) |
1880-1896 | Jan van Embden |
1896-1897 | Erfgenamen Jan van Embden |
1897-1918 | Johanes Rasing (boswachter) en later zijn echtgenote Johanna Welling |
1918-1958 | Gradus Rasing en zijn echtgenote Betje Bisseling |
1958-2003 | Gerrit Rasing en zijn echtgenote Fien Bolder, vanaf 1989 alleen nog het voorste deel |
1989-2003 | Roel en Janny Alberts worden eigenaar van het achterste deel van het huis |
2003-heden | José Rasing en echtgenoot Hans Jansen worden eigenaar van het voorste deel |
De bewoners
Periode | Bewoners |
1450-1583 | Familie van Woldenborg: Wessel van Woldenborg, gehuwd met Agnes Vaeck Derrick van Woldenborg, gehuwd met dochter van Delen Arnt van Woldenborg, gehuwd met Anna van der Sant |
1584-1666 | Familie van Plees: Jelis van Plees, gehuwd met Johanna van Woldenborg Willem van Pleesgehuwd met Bartrudis van Leeuwen |
1667-1744 | Familie van Erp: Willem van Erp van het Holtz tot Pufflick, gehuwd met Johanna C. van Plees Gerard Floris van Erp, gehuwd met Anna C. van Roorda van Leeuwarden |
1744-1809 | Onbekend |
1809-1841 | Jan van Embden (burgemeester van Didam), gehuwd met Sibilla Mos |
1841-1853 | Onbekend |
1853-1859 | Peel de Kruijff, gehuwd met Anna Maria van Embden |
1859-1873 | Isaac Anne van Emden (burgemeester van Didam) |
1873-???? | Gerrit W. van der Does (burgemeester van Didam) |
1882-1918 | Johannes Rasing (boswachter), zijn echtgenote Johanna Welling en hun kinderen |
1918-1983 | Gradus Rasing, zijn echtgenote Betje Bisseling en hun kinderen |
1983-2003 | Gerrit Rasing, zijn echtgenote Fien Bolder en hun kinderen (vanaf 1989 alleen in het voorste deel) |
1989-heden | Roel en Janny Alberts |
2003-heden | José Rasing en Hans Jansen |
Bronnen:
Jaarboek Oaver Diem, Jaargang 2005, nummer 20