Beginperiode
Veel leerlingen uit Didam, die qua niveau voor het vervolgonderwijs naar de ULO (uitgebreid lager onderwijs) hadden moeten gaan, gingen tot 1950 niet naar deze opleiding. Deze ULO-school was in die tijd in Zevenaar gevestigd. Waarom ze deze opleiding niet volgden had twee redenen. Ten eerste was er een groot te kort aan ruimte in de school in Zevenaar en ten tweede vonden een aantal ouders uit Didam de afstand naar Zevenaar te groot voor hun kroost. Zij lieten hen een andere opleiding volgen. Daarom stuurde het college van B&W van Didam in maart 1949 een brief naar het bestuur van het R.K.ULO-onderwijs. Daarin verzocht ze om de op stapel staande uitbreiding van de ULO in Zevenaar, niet daar, maar in Didam plaats te laten vinden middels het oprichten van een nieuwe ULO-school. De ULO werd ook wel MULO (meer uitgebreid lager onderwijs) genoemd.
Het bestuur stemde hiermee in en al op 1 september 1950 kon de MULO St. Martinus in Didam van start gaan. (In Didam werd de naam ‘MULO.’ gehanteerd). Deze start vond plaats in twee lokalen in de oude jongensschool te Loil omdat in Didam nergens anders ruimte was. Het lesgeven in deze twee lokalen was van tijdelijke aard. De enige twee leerkrachten waren destijds de heren Bramer en Breukers en zij verrichtten veel pionierswerk. Bramer gaf alle vakken in de eerste klas met 37 leerlingen. Breukers was de leerkracht van de tweede klas met 17 leerlingen. Zij hadden de eerste klas in Zevenaar gevolgd. Al deze 17 leerlingen slaagden in 1953 met goede cijfers voor het (M)ULO-examen. Daarnaast bekleedde Breukers de directeursfunctie. Na het eerste jaar ‘verhuisde’ de MULO naar het verenigingsgebouw in Loil, waar de ‘zaal’ omgebouwd werd in vier lokalen. Uiteraard was dit ook een tijdelijke oplossing.
Marsweg
In 1954 kon dan eindelijk een eigen school betrokken worden aan de Marsweg in Didam. Thans is daar basisschool ‘De Toorts’ in gehuisvest. Het leerlingenaantal groeide al zodanig hard, dat de nieuwe school alweer te klein werd. Daarom werd er vanaf 1955 ook les gegeven in de oude huishoudschool, achter het Carolusgebouw. Omdat dit niet afdoende was, werden eind jaren vijftig vier lokalen aan de Marsweg bijgebouwd, zodat de school toen negen lokalen telde. ‘Nu kunnen we echt vooruit’, dacht men toen. Een aantal jaren was dit ook zo, maar in 1968 moesten er toch drie noodlokalen bijgeplaatst worden. Ook was dit het jaar dat door de Mammoetwet de (M)ULO overging in de MAVO (middelbaar algemeen voortgezet onderwijs).
Dijksestraat
De alsmaar groeiende school bleef zoeken naar lokalen. Zo werden in 1971 in het voormalige ziekenhuis in het Albertusgebouw drie lokalen ‘geconfisqueerd’. Twee jaar later kwam eindelijk een definitieve oplossing in zicht, doordat de landbouwschool aan de Dijksestraat haar deuren gesloten had. Eerst werd er maar van enkele lokalen gebruik gemaakt, maar in 1975 ging de MAVO in zijn geheel over naar de Dijksestraat. De school was toen gegroeid naar ongeveer 400 leerlingen en zo’n 20 leerkrachten. De heer Breukers maakte dit net niet mee als directeur. In 1972 werd hij namelijk na ruim 20 jaar directeurschap, opgevolgd door de heer Schonis. Al vanaf 1954 gaf Schonis les aan de MULO-MAVO. Op zijn beurt werd Schonis in 1981 opgevolgd door de heer Jaspers.
Leerlingenaantal loopt terug
Vanaf begin jaren tachtig liep het leerlingenaantal op de MAVO terug. Voorzichtig werd er gesproken over fusies. Binnen het voortgezet onderwijs in Didam vond in 1984 een fusie plaats. De LHNO-MHNO was in dat jaar met de LEAO-LAVO opgegaan in de scholengemeenschap ‘de Liemershorst’. Maar ook de MAVO ontkwam er niet aan. Zij fuseerde in 1993 met de Liemershorst. Zowel het schoolgebouw aan de Bodenclauwstraat als aan de Dijksestraat bleven bestaan. Hiermee ontstond er één school in Didam voor voortgezet onderwijs. Maar zelfs de nieuwe gefuseerde school, de Martinus Scholengemeenschap, bleek weer te klein. Voorzichtig werd er gesproken over opheffing van het voortgezet onderwijs in Didam. Maar door weer een nieuwe fusie werd dit voorkomen, want de school aan de Dijksestraat werd vanaf 1995 onderdeel van het Liemers College. Het schoolgebouw aan de Bodenclauwstraat werd afgestoten en het schoolgebouw aan de Dijksestraat werd in 1998 flink verbouwd c.q. uitgebreid. Hierdoor was er plaats voor zo’n 750 leerlingen. Het voorgezet onderwijs lijkt hiermee voorlopig gewaarborgd.
Bronnen:
- Sint Martinus ULO-MAVO 40 jaar, 1950-1990 (boekje uitgebracht t.g.v. 40 jaar ULO-MAVO)
- Kalender 2006, uitgegeven door de OVD
- Oaver Diem nr. 29, jaarboek van de OVD, jaargang 2014.