Terlaaksemolen

Inleiding

Tot begin 1400 viel Didam onder drie machtige invloedsferen:
• Het kasteel Didam (aan de huidige Dijksestraat) was Gelders bezit.
• Het kasteel Loil (aan de huidige Steenakker) was Kleefs bezit.
• De rest van het grondgebied was in handen van Huis Bergh.

In 1440 verkreeg Willem van den Bergh (Huis Bergh) kasteel Loil van de familie Van Loel, bewoners van kasteel Loil. De bij het kasteel horende molen was niet inbegrepen. De stenen opvolger van de Loilse molen kwam een aantal jaren later toch in het bezit van Huis Bergh. De molen stond aan de weg van Didam naar Loil, nu Kerkstraat 93. De constructie en inrichting van deze torenmolen was gelijk aan die in ’s-Heerenberg, Gendringen en Zeddam.

Tekening van het restant kasteel Didam
(Atlas Bergh 1727)
Huis Loil eind achttiende eeuw

Ingrijpende verbouwing / reconstructie

In 1785 was de molen in zo’n slechte staat dat een gedegen restauratie noodzakelijk was. Tevens wilde men rekening houden met de nieuwste ontwikkelingen. Deze ingrijpende restauratie en verbouwing vond plaats in 1787/1788. De totale kosten bedroegen ruim 2.222 gulden.
In 1862 kreeg de torenmolen na een ingrijpende reconstructie een uitwendig kruiwerk. Dat was niet gebruikelijk bij torenmolens. De torenmolens in Zeddam en Zevenaar hadden een inwendig kruiwerk.

Pachters van de molen

Vanaf de vijftiende eeuw was Huis Bergh eigenaar van de Didamse torenmolen. De molen werd aan diverse molenaars verpacht en dat was in principe telkens voor een periode van zes jaar. In de periode van het begin van de zeventiende eeuw tot het eind van de negentiende eeuw werd de molen verpacht aan de familie Ter Laak. Daarom werd de molen in de volksmond Terlaaksmolen genoemd. Een overzicht van de pachters Ter Laak is als volgt:

PachterPeriode
Jan (de oude) ter Laak1624-1639
Hendrijck (de jonge) ter Laak1639-1677
Jan ter Laak1677-1730
Franck ter Laak1730-1776
(Johannes) Jacobus ter Laak1776-1802
Jan (Johann) ter Laak1802-1843
Jacobus Everardus ter Laak1843-1873
De torenmolen van Ter Laak
De torenmolen van Ter Laak

Verkoop door Huis Bergh

In 1873 werd molenaar en landbouwer Jacobus Everardus ter Laak voor 4.200 gulden eigenaar van de molen en de bijbehorende gronden. Jacobus was getrouwd met Maria Bernardina van der Grinten, dochter van een bekende molenaarsfamilie in Zevenaar. Zij kregen negen kinderen, waarvan de oudste en de jongste in het molenaarsvak terecht kwamen.

Oudste zoon Johannes (Jan) Jacobus ter Laak werd de volgende molenaar op de torenmolen en hij kreeg deze molen in 1888 op zijn naam. Hij trouwde met Anna Maria van Gendt uit Gendt en zij kregen vier kinderen. Geen van hen zou voor het molenaarsvak kiezen. In 1916 werd Henri ter Laak formeel de nieuwe eigenaar van de molen. Hij was voorheen molenaar bij zijn broer Jan.

Sloop van de molen

In 1917/1918 werd de torenmolen gaandeweg gesloopt. Voor de boerderij van de familie Ter Laak (hoek Kerkstraat-Ziepseweg) werd door Hend van Vuuren een pakhuis met elektrische maalderij gebouwd. Het metselwerk had hij uitbesteed aan Hein Welling sr. en daarbij werden ook ‘afkoomende stenen’ van de torenmolen gebruikt.

Bronnen:

  • Stevens, H., Didamse molens en molenaars (Didam 2003)
  • Stevens, H., De maalderijen van Didam (Didam 2011)