Inleiding
Vanaf omstreeks 1918 tot aan het voorjaar van 1920 werd er in (Nieuw-)Dijk op diverse plaatsen tegen een bal getrapt, namelijk op de Kleine Hei (ten noorden van de Beekseweg) en in de wei van Gradus Wigman (’t Höwke, nu Heideweg 3). Daar voetbalden onder meer Willem Gal (de lange Willem), Bernard Wigman en de gebroeders Leo, Theed en Lambert Steman. Ook oefenden een aantal voetballers op Beeks grondgebied in de wei van Polman (de Mus). Op een open vlakte in het Geulenkampse bos, Het Ekstersnest nabij Kobes Derksen aan de Beekseweg, voetbalde weer een ander team.
De oprichting van NDV in 1921
Uit een groot deel van de hiervoor genoemde spelers ontstond op 5 juni 1921 de rooms-katholieke voetbalvereniging NDV opgericht. Het is niet geheel duidelijk of deze afkorting stond voor Nieuw-Dijk Vooruit of Nieuw-Dijkse Voetbalvereniging. De grote man bij deze oprichting was het hoofd van de lagere school, meester Th.H. de Ponti. Hij was zowel voorzitter, secretaris als penningmeester van de nieuw opgerichte vereniging. De contributie was voor die tijd erg hoog, namelijk een kwartje per week. De Ponti kreeg weinig hulp van de Nieuw-Dijkse pastoor H.G. Bijlard (1917-1933), maar had zelf een goed netwerk om zijn idealen te bereiken. Zo maakte timmerman Bart van Kempen (voorzitter schutterij Sint Antonius) van grenen hout de doelpalen. Deze waren bijna niet te tillen.
Het eerste jaar werden de wedstrijden in de wei van Richard Verbücheln in de Pakop gespeeld. Het toenmalig voetbaltenue bestond uit een blauwe shirt met brede witte strepen en een witte broek. Aanvankelijk speelde NDV uitsluitend vriendschappelijk wedstrijden en de eerste tegenstander in 1921 was Herwen.
NDV werd NDC
Toen men in het seizoen 1922/1923 aan de competitie wilde deelnemen, moest de naam van de club worden gewijzigd. Dat had te maken met het feit, dat in Netterden ook een voetbalvereniging was opgericht, die zich NDV noemde. De naam werd vervolgens gewijzigd in NDC (Nieuw-Dijkse Club) en de club werd ingedeeld in de tweede klasse van de Rooms Katholieke Utrechtse Voetbalbond (RKUVB). De wei van Berend Beekman, vlak bij de kerk aan de Smallestraat, werd gehuurd en café ’t Hoek van J. Raben werd het club- en kleedlokaal. Bij seriewedstrijden mocht de school als kleedruimte worden gebruikt, maar vaker gebeurde dat achter de heg langs het speelveld.
Toen in 1923 het verenigingsgebouw van de schutterij gereed was, kreeg NDC hier onderdak. Tegen betaling van 15 gulden per jaar kon het gebouw worden gebruikt als kleedlokaal en bergplaats voor fietsen. Ook mochten dan enkele zitbanken mee naar het veld genomen worden. namen van het Diekse voetbal.
Bekende namen van het Diekse voetbal
Bekende namen in de beginjaren van NDC waren Willem Ros (keeper), Jan en Willem Bongers (Beerke), Wim Polman (de Kip), Gradus Polman (de Mus), Geert Hubers, Wim Gal, Jan en Wim Stinissen (van de Hut), Frans Bergmans, Jan Polman, Berend en Nerus Wigman, Jan van den Berg (de Rot), Tinus van den Berg (Fitje), Jan Lenting (de Robbert), Chris Berendsen (Petje), Herman van den Berg (Manje), Hein en Gerrit Balduk, Jan en Bobby Weeting (de Pijp), Fons Aloys, Hendrik en Bart Splithof, Teun Scholten (Punes), Gradus, Jan en Teun Raben.
Meester de Ponti
Meester de Ponti deed erg veel voor zijn jongens en hij mag dan ook de vader van het Nieuw-Dijkse voetbal worden genoemd. Als de competitie voorbij was, organiseerde hij seriewedstrijden. Vanwege de lauwerkrans die voor de winnaar bestemd was, noemde men het ook wel takwedstrijden. Het waren bijna altijd derby’s, waarop duizenden bezoekers afkwamen en op deze manier werd de clubkas gevuld.
Terug naar de wei van Richard Verbücheln
Bij het begin van het seizoen 1927 – 1928 was de wei van Beekman niet meer beschikbaar voor voetbal en keerde men terug naar de wei van Richard Verbücheln, waar NDV in 1921 was begonnen. Het was wel een eind weg, maar het kon niet anders. Het clubtenue was inmiddels veranderd van een blauw-wit shirt naar een groen-wit gestreept shirt en nog steeds een witte broek
Slechte tijden
In het seizoen 1929 – 1930 ging het niet best met NDC. Na het spelen van slechts één competitiewedstrijd nam de club verder niet meer deel aan de competitie. De oorzaak hiervan was enerzijds het slechte veld, maar anderzijds ook problemen met spelers. Het daaropvolgende seizoen 1930 – 1931 bracht NDC een nieuw elftal op de been. Daarin zaten slechts een paar oude spelers en voor de rest nieuwelingen, afkomstig van de Kerkbuurt. Daar speelden jongens onderling voetbal in de wei van Jozef Brandts. In verband met de slechte gesteldheid van het veld konden in de wei van Richard Verbücheln geen wedstrijden meer worden gespeeld. Er moest naar een ander speelveld worden uitgezien.
De overgang naar de wei van Menting (Mozes) in 1931
Op 1 februari 1931 speelde NDC zijn eerste wedstrijd op het nieuwe terrein: de wei van Hein Menting (Mozes). Deze was gelegen achter het schuttersgebouw en tegenover de openbare school. De spelers moesten zich verkleden in het bovenhuis van het café van J. Raben. In de wei van Menting graasden de hele week koeien en het bestuur moest op de speelzondag het terrein nog ontdoen van de koeienpoep. Niet zelden stond de wei van Menting in de winter onder water.
Op 19 juli 1931 werd het 10-jarig bestaan met seriewedstrijden gevierd. Harmonie DES verscheen op het veld en na afloop trok men met muziek naar het clublokaal, het café van J. Raben. In 1932 nam NDC met drie elftallen aan de competitie deel, waarbij de Kerkbuurt als NDC 2 uitkwam. De onderlinge verhouding tussen NDC en de Kerkbuurt was niet goed en de Kerkbuurt besloot in januari 1933 uit NDC te stappen. In 1933 en 1934 vond er een reorganisatie plaats, maar dit mocht het tij niet keren. NDC verloor veel wedstrijden en de supporters bleven weg. Hierdoor verdwenen ook de inkomsten. Al deze invloeden bevorderden de hardheid van het spel en NDC kreeg bij de voetbalbond en de scheidsrechters een slechte naam. Ook eiste de bond, dat om het voetbalveld een draad gespannen moest worden en dat er politie op het veld aanwezig moest zijn ter voorkoming van calamiteiten. De club liep gevaar geroyeerd te worden en om dat te voorkomen werd NDC op 26 januari 1936 opgeheven.
De oprichting van Sprinkhanen in 1936
Op zondagavond 26 april 1936 kwamen – op initiatief van meester De Ponti – enkele spelers van de oude Kerkbuurtploeg en een paar oud-NDC’ers bijeen in café Raben om een nieuwe voetbalvereniging op te richten. Schoolmeester Nol Tinneveld was juist op vakantie geweest in Zwitserland en had daar de v.v. Grasshoppers – destijds een Europese topclub – gezien, die grote indruk op hem had gemaakt. Theed Menting stelde voor om de Nederlandse naam voor Grasshoppers te gebruiken voor de nieuwe vereniging. Zo werd besloten dat de vereniging door het leven zou gaan als de R.K. voetbalvereniging Sprinkhanen.
Het bestuur en de clubkleuren
Het eerste bestuur van de nieuwe vereniging bestond uit:
Toon Raben (voorzitter), Theed Menting (penningmeester), Nol Tinneveld (secretaris), Gradus Jansen en Theed Steman. Pastoor A. Groen was de geestelijk adviseur van de pas opgerichte voetbalvereniging. Op 2 juni 1936 kondigde de IVCB in haar bondsblad aan, dat R.K. vv Sprinkhanen als nieuwe vereniging stond ingeschreven. Het clubtenue bestond uit een groen shirt en een zwarte broek. Secretaris Tinneveld moest al zijn overredingskracht aanwenden om bij de bond duidelijk te maken, dat de nieuwe vereniging geen voortzetting was van het oude NDC. Deze club had een slechte naam bij de voetbalbond. Zoals gebruikelijk voor beginnende teams werd Sprinkhanen ingedeeld in de derde klasse van de RKUVB (Room Katholieke Utrechtse Voetbal Bond).
Samenstelling eerste team
Het eerste team van de nieuwe vereniging bestond onder andere uit: Theed Raben (keeper), Gerrit Balduk, Willem Brandts, Toon Raben, Theed van Vuuren, Jan Steman, Jan van den Berg (Eske), Wim en Drikus Kobesen, Herman Bod en Gradus Bongers. Dit team werd glansrijk kampioen in het eerste verenigingsjaar, waarin het team meer dan 100 goals maakte. De daarop volgende twee seizoenen promoveerde men naar de tweede en vervolgens naar de eerste klasse. In het seizoen 1939 – 1940 zouden Sprinkhanen in principe in de tweede klasse IVCB. mogen uitkomen en in die klasse was ook aartsrivaal DVC ingedeeld. De bond keurde echter het veld af en men bleef dus in de RKUVB.
Na de Tweede Wereldoorlog
Toen de KNVB in 1945 de eerste naoorlogse competitie begon, was Sprinkhanen weer present. De openingswedstrijd werd op zondag 27 mei 1945 in de wei van Menting gespeeld en werd bijgewoond door vele duizenden supporters. De deelnemers waren twee elftallen van Sprinkhanen, Flora uit Loil, Sint Joris uit Braamt en TVV (Turmac) uit Zevenaar. Namens de bevrijders speelde een Engels team mee, hetgeen gepaard ging met zeer veel emotie en respect. Met het Wilhelmus en een driewerf hoera voor de Haantjes begon het voetbal in Den Diek aan deze eerste naoorlogse sportdag.
Kleedruimte in de wei van Menting
Financieel ging het niet geheel naar wens in de jaren vijftig en dankzij hulp van enkele zakenlieden kon een bankroet worden voorkomen. Men moest zich nog omkleden in het schuttersgebouw, maar de KNVB stelde als eis, dat de kleedruimte op het sportveld aanwezig moest zijn. Een plaatselijk aannemer zorgde vervolgens voor een geïmproviseerd betonnen kleedlokaal. Douches kende men nog niet. Er stond buiten enkel een pomp en de spelers hadden de beschikking over plastic wasbakken. Men waste zich dus gewoon in de buitenlucht met koud water en als de pomp het niet deed, kwam het water gewoon uit de sloot. De thee in de rust werd tussen het publiek genuttigd.
Toen het bestuur van de Hanen een keer vergeten was tijdig de huur te betalen aan eigenaar Menting, was dit voor hem een reden om het speelveld vol te rijden met hopen mest. Er werd alsnog betaald en Menting verwijderde de mest, zodat er die zondag alsnog tegen DCS kon worden gespeeld.
Meester Harrie Lanke
Een zeer geliefd (ere)voorzitter en secretaris was de opvolger van meester De Ponti als hoofd van de lagere school, meester H.L. (Harrie) Lanke (geboren 28-09-1919). Hij was een begaafd spreker op recepties en jubilea. Velen wachtten dan op zijn rede, die doorspekt was van kwinkslagen en humor. Hij eindigde altijd in stijl met de zin: Grasshoppers, het ga jullie goed en So long guys and may God bless you for ever.
Een van de grote mannen uit de beginjaren van de vv Sprinkhanen was Jan Lenting, alias Jan de Robbert. Nadat hij zijn geluk in zijn geboorteplaats Loil had beproefd, meldde hij zich bij Loil Vooruit.
Ernie Brandts in Nederlands elftal
Een van de bekendste oud-spelers van Sprinkhanen is Ernie Brandts. Hij speelde onder meer voor De Graafschap en PSV. Hij haalde zelfs het Nederlands elftal en deed in 1978 mee in de verloren wk-finale in en tegen Argentinië. Hij werd op 14 juli 1978 op grootse wijze in Nieuw-Dijk gehuldigd.
Vertrek naar sportpark ‘De Meikamer’ in 1964
Nadat in 1961 een eenvoudige lichtinstallatie was geplaatst, verliet men in 1964 de wei van Hein Menting en ging men spelen aan de overkant van de Smallestraat op het sportpark De Meikamer. De ingebruikname van het sportcomplex vond plaats in 1965. De eerste twee kleedlokalen, een scheidsrechtersruimte en een ballenhok kwamen vervolgens door zelfwerkzaamheid van de leden tot stand. In de loop der jaren volgde uitbreiding van de accommodatie op De Meikamer.
Sportieve resultaten
Enkele sportieve resultaten tot 2005:
1936-1939 | Drie jaren achtereen kampioen in de RKUVB en promotie van de derde naar de eerste klasse van de RKUVB. |
1963-1964 | Het eerste elftal werd kampioen in de vierde klasse KNVB door een 5-2 overwinning op MvR. |
1972-1973 | Kampioen van de vierde klasse D. In Wehl werd Doetinchem met 2-1 verslagen. In de basis stond de 16-jarige Ernie Brandts. Hierdoor keerde Sprinkhanen na zes jaar weer terug in de derde klasse KNVB. |
1983-1984 | Kampioen in de hoogste afdeling van de Gelderse Voetbalbond en promotie naar de vierde klasse KNVB. |
1998-1999 | Kampioen in de vierde klasse KNVB en promotie naar de derde klasse. |
2000-2001 | Kampioen in de vierde klasse KNVB na een overwinning op Doesburg. Vervolgens promotie naar de derde klasse. |
Bronnen:
- Wil te, Th.G.H. en Beursken, J., Didam 1815-2005 Een Liemers plattelandsgemeente, blz. 408-416, 423 en 424 (Didam 2008)