Inleiding
De Didamse bewaarschool was sinds 1877 ondergebracht binnen het Pius X-complex (klooster en school) in een lokaal op de begane grond waarin ook de kinderen van de eerste en tweede klas zaten. De school en het klooster werden beheerd door de zusters van de Congregatie van de Heilige Maagd Maria, genaamd het Gezelschap van Jezus, Maria en Jozef (J.M.J.), afkomstig uit Den Bosch. Zuster Claire (Petronella Francisca Oudens) was de bewaarzuster tot 1917. Hierna werd zij opgevolgd door zuster Maria Dymphna (Antoinette de Wijse) die leiding gaf aan de kleuterschool tot haar gouden kloosterfeest in 1950. Beide hoofdzusters hadden meestal wel hulp van een jonge zuster om 100 tot 150 kinderen bezig te houden. De zusters werkten aanvankelijk gratis zonder een vorm van subsidie. Met de grootst mogelijke zuinigheid en door het zelf vervaardigen van leermiddelen bereikte men veel. Drukkerij Leonards leverde papierafval waarna de zusters het in hun vrije tijd verwerkten tot vouwbladen en vlechtrepen. Hieraan werkte jong en oud in de communiteit mee. In staalkaarten prikte men figuren, die de kinderen met restanten van gekleurde draden mochten inwerken. Uit oude tijdschriften werden figuren geprikt. Toen in 1925 het PiusX-complex werd verbouwd kreeg de bewaarschool twee lokalen toegewezen voor kleuteronderwijs, doch al snel werden deze lokalen weer gebruikt voor het gewone lager onderwijs.
Bouw Maria-kleuterschool
Deken G.H. Reuvekamp (pastoor/deken 1908-1946) vond het hierna de hoogste tijd om het kleuteronderwijs in een nieuw schoolgebouw onder te brengen. De aangestelde architect ontwierp een fraai gebouw in de stijl van de Amsterdamse School. Na de aanbesteding bleek H. Welling de laagste inschrijver met 14.629 gulden en het schilderwerk werd gegund aan Schuurman voor 545 gulden. In februari 1932 ging de schop in de grond en op 1 september 1932 wijdde deken Reuvekamp de Maria Kleuterschool plechtig in. Het gebouw was ingericht naar de eisen van de tijd: twee leslokalen, een mooie speelzaal, een afwasvertrek voor de overblijvers en een gedeeltelijk overdekte, betegelde speelplaats.
In de loop der jaren werd het aantal leslokalen uitgebreid. In 1944 werd de school gevorderd door de Duitsers. In de jaren 1955 tot 1957 telde de school ruim 200 kleuters, verdeeld over zes klassen, drie eerstejaars en drie tweedejaars. Hoofd van de school was zuster Designata (Jo Proveniers). Als subhoofd was werkzaam zuster Martina en als leidsters Willemien Dieker (Duiven), Cor Cremer (Didam), Tonnie Cornelissen (Didam) en Joanna Moorman (Wehl). Er bestond alle reden om de school met haar brede dakoverstek en de typische daktorentjes in de jaren negentig op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. De school werd echter in 1999 gesloopt vanwege de nieuwbouwplannen binnen het Kwadrant.
Amsterdamse school
Bouwkundige benaming voor een expressionistische stijl van architectuur tussen 1910 en 1940 met name in Amsterdam en haar directe invloedsfeer, zoals het Gooi, het kunstenaarsdorp Bergen en het tuindersdorp Aalsmeer. Onder de verzamelnaam vallen architecten die het nieuwe zochten in de decoratieve versiering van de gevels. Uitbundig metselwerk langs schoorstenen, daklijsten, kozijnen en vooral de vormgeving van de hoeken moesten de gevels reliëf geven.
Bronnen:
- Didam in de twintigste eeuw, jaar 1932 (Didam 2007)
- Weekblad De Liemers (4 oktober 1958)
- R.K. Kerkarchief Sint Martinusparochie, notulen en besluiten 1854-1937
- Schriftelijke informatie mevrouw Tonnie Horn-Cornelissen uit Hintham