Dominee Stork

Inleiding

Gerard (Geert) Johan Bernard Stork werd op 24 november 1865 in Amsterdam geboren. Hij komt uit een Twents geslacht. Na op 23 juni 1890 in Doetinchem het gymnasium te hebben afgesloten, studeerde hij tot 1895 theologie aan de universiteiten van Utrecht en Amsterdam. Van 1896 tot 1904 was hij werkzaam als hervormd predikant in het dorp Varik, tegenwoordig deel uitmakend van de Betuwse gemeente Neerijnen. In 1896 trouwde hij met Christina Wilhelmina Clasen. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren. Hierna was hij tot 1907 als predikant in Doesburg actief. Na het overlijden van zijn eerste vrouw in 1903 trouwde hij in 1905 met Janna Cornelia Maria van Ralen. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren. Dominee Stork werd op 26 mei 1907 – op 41-jarige leeftijd – aangesteld als predikant in Didam. Hij bleef dit tot aan zijn emeritaat op 1 mei 1943. Hij woonde met zijn gezin in het domineeshuis ‘De Wheem’, midden in het park achter het Albertusgebouw. Dit huis was bereikbaar via het Domineesstraatje.

Dominee Stork in zijn werkkamer
Dominee Stork en mevr. Stork-van Ralen
Domineeshuis in 1910 
Domineesstraatje

Veel aanzien

Hoewel de voormalige gemeente Didam bij de aanstelling van Dominee Stork meer katholiek (96 procent) dan protestant was, waren de onderlinge verhoudingen over het algemeen goed te noemen. Dominee Stork was een tolerante en tactvolle persoonlijkheid. Hij plaatste zich nimmer op de voorgrond en liet zich ook niet in met de gemeentelijke politiek.

Dominee Stork had veel krediet bij de kerkenraad en kreeg vaak op eigen initiatief zaken voor elkaar. Zo was hij zeer nauw betrokken bij de bouw van een éénklassige openbare school op het ‘Mager End’ in 1926, in de volksmond bekend als de school van meester Veenink. Ook riep hij in mei 1937 de kerkenraad in buitengewone vergadering bijeen nadat hij met burgemeester Kronenburg had gesproken over de verkoop van een stuk grond, genaamd ‘Domineeskamp’. Op deze grond zou dan een nieuw gemeentehuis worden gebouwd. Behoudens enkele voorwaarden gingen de kerkenraad en het ‘Classicaal Bestuur’ in Zutphen akkoord zodat het nieuwe gemeentehuis al in 1938 kon worden geopend.

Zijn beminnelijke karakter, grote menslievendheid en gemeenschapszin met zeer ruime opvattingen verschaften hem een speciale plaats binnen de Didamse samenleving. Op 26 april 1943 nam dominee Stork met een evangeliedienst op 77-jarige leeftijd afscheid van zijn gemeente. Enkele dagen later volgde zijn emeritaat. Gerard Johan Bernard Stork overleed op 21 april 1951 in Didam en hij ligt begraven op de Nederlands Hervormde begraafplaats aan de Wilhelminastraat.

De binnenkerk van de oude protestante dorpskerk ca. 1930
Kerkenraad en Voogdijraad in 1945

De nevenfuncties

In de periode voor de Tweede Wereldoorlog bestond bij veel inwoners van plattelandsgemeenten nog ontzag voor beroepen als dominee, dokter, pastoor, burgemeester, notaris en onderwijzers. Op grond van die status oefenden deze notabelen tal van nevenfuncties uit. Dominee Stork vormde hierop geen uitzondering.
Hij werd op 8 juni 1917 benoemd tot directeur van het ‘Rijks Quarantainestation’ in Didam. Zijn echtgenote J.C.M. Stork – van Ralen stond hem bij als hoofd van de medische afdeling. Het was een repatriëringskamp voor gevluchte krijgsgevangenen en deserteurs van alle nationaliteiten uit de Eerste Wereldoorlog en bedoeld om te voorkomen dat de Nederlandse bevolking werd blootgesteld aan besmettelijke ziekten. In 1919 veranderde het quarantainekamp in een kinderkamp. J.C.M. Stork – van Ralen werd benoemd tot directrice en zij beëindigde haar functie in 1922. Met ingang van 1 april 1922 werd Dominee Stork benoemd tot directeur-administrateur. Dit duurde tot 1 mei 1929 en daarna werd het kamp gesloten.

Verder was dominee Stork van 1908 tot 1934 lid van de Gezondheidscommissie in Doetinchem, kerkvisitator van de provincie Gelderland, bestuurslid van de vereniging Kinderzorg van de classis Zutphen en voorzitter van het Nederlands Bijbelgenootschap, afdeling Zevenaar. Ook was hij lid van de ‘Plaatselijke Landstorm Commissie Didam’ en erelid van het plaatselijke comité voor de aanbieding van een nationaal geschenk aan HKH Prinses Juliana en ZKH Prins Bernard ter gelegenheid van hun huwelijk in 1937.

Quarantainestation in 1917
(Dominee Stork rechts en mevr. Stork links) 
Laatste vergadering Gezondheidscommissie in 1932
(2e van rechts)

Onderscheidingen
Dominee Stork werd drie keer onderscheiden. In 1921 werd hij door de Portugese regering benoemd tot officier in de militaire orde van Jezus Christus van Portugal voor zijn ‘uitnemende verdiensten in het Rijks Quarantainekamp’. Vier jaar later ontving hij het ‘Mobilisatiekruis’ vanwege zijn leiding (commandant) aan dit kamp. Op 3 juli 1936 werd hij voor zijn vele verdiensten benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Portugese onderscheiding in 1921
Ridder Orde Oranje Nassau in 1936

Bronnen:

  • Smit, Jan en Talens, Bert in Oaver Diem 2009
  • Loo, van, D., De hervormde gemeente na de Franse revolutie. Kerkenboek Didam (Nijmegen 2000)
  • Beursken, J.A.B., Onderwijs. Kerkenboek Didam (Nijmegen 2000)
  • Archief familie Stork