Sint Martinusmolen

Inleiding

De St. Martinusmolen in Didam is in 1855 gebouwd aan de weg van Didam naar Beek (nu Wilhelminastraat) en inmiddels dus ruim 150 jaar oud. Door een slechte staat van onderhoud functioneerde de molen vanaf 1997 niet meer. In het ‘Jaar van de Molen’ in 2007 werd een uitvoerige restauratie voltooid en bleef de oude vertrouwde molen voor de Didamse gemeenschap behouden. Dank zij de inzet van de gemeente Montferland, Laris Wonen en Diensten, Stichting St. Martinusmolen, Vrienden van de Molen en vele vrijwilligers draaien de wieken van de molen ‘van Strijbosch’ weer regelmatig.

Bouw van de ‘Beltmolen’

De molen werd in 1855 in opdracht van Theodorus (roepnaam Derk) Kempers uit Wehl gebouwd. Hij had daarvoor van landbouwer Willem Damen zo’n 2.700 vierkante meter bouwland gekocht aan de ‘nieuw aangelegde kunstweg van Didam naar ‘s-Heerenberg’. De bouwkosten bedroegen ongeveer 3.000gulden. De molen wordt gerekend tot het type ‘beltmolens’, dat wil zeggen dat de molen op (in feite in) een belt (bult) staat. De molenconstructie begint op belthoogte en vangt daardoor meer wind.

De Sint Martinusmolen
Beekseweg omstreeks 1930 met links de Sint Martinusmolen

De eerste molenaars

Eind 1855 werd Hendrikus Bernardus Meijer de eerste molenaar op de St. Martinusmolen. In 1872 vertrok hij met zijn gezin naar Emmerik omdat duidelijk was geworden dat eigenaar Kempers de molen aan Herman Wissink had verkocht, die de molen zelf wilde bemalen. Wissink was slechts een korte periode eigenaar/molenaar en hij verkocht de molen in 1875 aan Frans Ketels, gehuwd met Elisabeth Allegonda van Ditshuizen. Frans had het vak bij diverse molenaars geleerd. Hij liet in 1879 dicht bij de molen een nieuwe woning (muldershuis) bouwen. Hij werd in 1905 ook eigenaar van windkorenmolen de Korenbloem in Loil. Zijn meesterknecht Hendrik Meuleman werd daar molenaar. Na zijn huwelijk in 1907 met Anna, de dochter van Frans en Elisabeth, werd Hendrik in datzelfde jaar eigenaar van de Korenbloem.

Gerard Ketels, de derde zoon van Frans Ketels, werd in 1912 de nieuwe eigenaar van de molen. Hij liet aan de overkant van het muldershuis een nieuwe woning bouwen en ging daar wonen met zijn echtgenote Elisabeth Hoymann. Zijn zus Christina trouwde met Theodorus Tiemessen en zij gingen in het muldershuis wonen.

Frans Ketels
Elisabeth van Ditshuizen

Overzicht eigenaren

EigenaarPeriode
Derk Kempers1855-1872
Herman Wissink1872-1875
Frans Ketels1875-1911
Gerard Ketels1911-1917
Willibrordus Senders1917-1922
Alphonsus Senders1922-1924
Willem Willemsen1924-1927
Alberta Th. M. Willemsen-Geuijen1927-1932
A.J. en G.J. Willemsen1932-1933
Firma H. Rietberg1933-1950
Pieter Kuipers1950-1951
Willem Strijbosch sr.1951-1961
Wim Strijbosch jr. 1961-1997
Strijbosch Holding1997-2004
Laris Wonen en Diensten (Plavei)2004-heden

Molenaars Strijbosch

De St. Martinusmolen is in de periode van 1933 tot 2004 jaar in gebruik geweest door familie Strijbosch. De molen staat in de volksmond dan ook bekend als ‘de molen van Strijbosch’. Willem Strijbosch sr. pachtte de molen in 1933 en hij werd in 1951 eigenaar. Willem en zijn gezin gingen wonen in het huis op het molenterrein, dat molenaar Willemsen en zijn echtgenote lieten bouwen (nu Wilhelminastraat 73). Willem pakte de zaken vanaf het begin grondig aan. Met graanmalen alleen was geen goed inkomen te verdienen en daarom begon hij ook een graan- en meelhandel. Ook verkocht hij brandstoffen, voornamelijk steenkool en in 1953 werd de oliehandel opgestart. In 1961 werd zijn zoon Wim de nieuwe molenaar op de St. Martinusmolen.

Het muldershuis
Molen met oliehandel

Molenaar Geert Ruyling jr.

Geert Ruyling jr. kwam in dienst bij het molenaarsbedrijf van Willem Strijbosch als manusje-van-alles. Van Willem Strijbosch sr. leerde hij de kneepjes van het vak en hij ontwikkelde zich tot de vaste molenaar. Geert zou 35 jaar lang in dienst van de familie Strijbosch blijven.

Brand in 1964 en ontstaan Molenwijk

In de nacht van 11 op 12 november 1964 brak door kortsluiting brand uit in de molen. Door snel en deskundig optreden van de brandweer kon een ramp worden voorkomen. De omgeving van de molen (Molenwijk genoemd) werd in de jaren zestig en zeventig volgebouwd met woningen. De straten kregen namen die verwezen naar onderdelen van de molen zoals Wiekenstraat, Spilstraat en Windstraat.

De Martinusmolen in de jaren vijftig
De Martinusmolen in jaren vijftig

Aanwijzing rijksmonument en restauratie in 1977

In 1966 werd de St. Martinusmolen als rijksmonument aangewezen. In 1971 was de molen aan een grote onderhoudsbeurt toe. Het was niet meer verantwoord om de molen nog te laten werken. Willem Strijbosch ondernam stappen om gelden voor de restauratie bijeen te brengen. In 1974 raakte een roe los in het asgat en kon de molen niet meer draaien. Door die stilstand ging de technische staat snel achteruit. Na drie jaar onderhandelen (wie betaalt wat) kon de reparatie en restauratie eindelijk worden uitgevoerd. De totale kosten bedroeg 133.000 gulden en was als volgt verdeeld: het Rijk 40 procent, de provincie 20 procent, de gemeente Didam 30 procent en de eigenaar 10 procent.

Weer brand en verplaatsing oliehandel

Op 20 januari 1993 brak weer brand uit in de molen. Na reparatie draaide de molen weer als voorheen. De oliehandel werd in 1995 verplaatst naar de Talelaarweg.

Nieuwe plannen restauratie

De molen was inmiddels weer aan een restauratie toe. In 1997 werd een vergunning aangevraagd bij de gemeente om het wiekenkruis te herstellen, de bedekking op de kap te vernieuwen en het ‘gaande werk’ te herstellen. Geraamde kosten 150.000 gulden. Door het plotselinge overlijden van Bennie Strijbosch werden de restauratieplannen vooruit geschoven. Alle aandacht ging uit naar de reorganisatie van het bedrijf.

Oprichting ‘Stichting St. Martinusmolen’

Voor de oorspronkelijk eigenaren was een renovatie – gezien de eisen en de kosten – geen optie. Door het college van burgemeesters en wethouders werd medio 2001 enkele personen gevraagd zich te willen inzetten om de molen als industrieel erfgoed voor Didam te behouden. Vervolgens is de Stichting St. Martinusmolen opgericht en zijn initiatieven genomen om tot restauratie van de molen te komen.
In 2004 kocht Laris Wonen & Diensten de molen om dit rijksmonument voor Didam te behouden. De woningcorporatie hield zich bezig met de renovatie terwijl de stichting zich met de exploitatie zou gaan bezighouden. In november 2007 is de gerestaureerde St. Martinusmolen weer feestelijk in gebruik genomen. De molen met draaiende wieken is weer een vertrouwd beeld in Didam.

Woningen in de molenwijk
Molen na restauratie in 2007

Bronnen:

  • Stevens, H., Didamse molens en molenaars (Didam 2003)
  • Website www.Martinusmolen.nl