De stormramp (1925)

Inleiding

Maandag 10 augustus 1925 zal in Oost-Nederland niet snel worden vergeten. Uitzonderlijke weeromstandigheden veroorzaakten een zware tornado, die in de volksmond de ‘Cycloon van Borculo’ wordt genoemd. Volgens de daggegevens van de Klimatologische Dienst van het K.N.M.I. in De Bilt was het die dag gemiddeld 18,9° C. Nederland bevond zich aan de westflank van een langgerekte hogedrukzone, die zich uitstrekte van Italië tot het noordwesten van Rusland. Aan de andere kant lag een lagedrukgebied met een kern ten zuidoosten van IJsland. In Nederland waaide tussen beiden systemen een zuidelijke wind, die warme en vochtige lucht het land inblies. Tegelijkertijd naderde vanuit het zuidwesten een koufront. De temperatuur in de Achterhoek liep hierdoor op tot boven de 30 °C. De hoge luchtvochtigheid maakte dat een benauwde en kleffe sfeer ontstond. In de loop van de middag kwam vanuit het zuidwesten het onweersfront binnen. Uiteindelijk werd in een brede strook vanaf Uden in Brabant tot in het Twentse Denekamp een spoor van vernielingen aangericht.

Schade in Didam

Ook in Didam raakten veel huizen en gebouwen beschadigd. Vervolgens ging de storm verder over Kilder, Wehl, Velswijk, Zelhem, Ruurlo en de dorpskern van Borculo, waar de meeste schade veroorzaakt werd. De materiële schade was anderhalf miljoen gulden. Er vielen ruim honderd gewonden en er waren drie doden te betreuren. In Didam trok de storm hoofdzakelijk over Oud- en Nieuw-Dijk. Het dagblad De Gelderlander van 11 augustus 1925 berichtte daarover het volgende:
“Maandagmiddag tusschen half zeven en zeven uur heerschte hier boven een gedeelte onzer parochie – ook in de buurt der kerk- een nooit gekend vreeselijk noodweer. Ouden van dagen herinnerden zich niet ooit zoo’n weer te hebben meegemaakt. Het begon met aanhoudend donderen, gevolgd door veel bliksem en wind, die later ontaardde in een verschrikkelijken orkaan. Het waaide, regende en stormde allervreeselijkst. Meerdere huizen en gebouwen zijn ingestort o.a. het R.K. Verenigingsgebouw. Tallooze boomen zijn ontworteld en afgeknapt, veel dak en schuuren vernield. Wie ’t niet gezien heeft, kan zich de verwoesting niet voorstellen. Gelukkig zijn geen menschenlevens te betreuren.”

Op donderdag 13 augustus 1925 publiceerde De Gelderlander uit een ooggetuigenverslag citaten die de grote schade aangaven. Aan de telefoon werd op 10 augustus uit Didam het volgende gemeld: “Hedenavond heeft zich in de omgeving van Didam een noodweer ontlast, zoals zelden in ons land is voorgekomen. Tegen half zeven kwam de bui in het Zuiden aanzetten. Een hevig onweer, gepaard met slagregen, was de inleiding. Daarna kwam een stevige wind opzetten, die allengs in kracht toenam. Plotseling bemerkten de verschrikte bewoners van Didam, dat van de zuidzijde van den kant van de Babbericher Allee een hoos kwam aanzetten, een wervelwind, die met geweldige kracht alles wat hij op zijn weg tegenkwam in het rondsmeet. Veel bomen knapten als luciferhoutjes af en veel vee overleefde de ramp niet.”

Een beknopt overzicht van de schade volgens De Gelderlander van 13 augustus: “Boerderij Veldhoeve van baron van Dorth tot Medler stortte geheel in elkaar; eenzelfde lot trof ook gedeeltelijk de boerderij van Wolsing. Het dak van café Ketels werd weggeblazen en het achterhuis moest het ook hier ontgelden. In de boerderij van landbouwer Hulsdonk sloeg de bliksem in en de bewoners konden zich met moeite redden. Hierna volgden de boerderijen van Loeters en de weduwe Raben. Grote schade werd ook gemeld aan de woningen van de families Vroon, Mennink en Thuss. Ook de landbouwschool in Didam werd zwaar beschadigd en de schutterstent in Nieuw-Dijk werd geheel verwoest.” (Opmerking: Voor Hulsdonk te lezen Verhulsdonk en voor Vroon te lezen Froon)

Hulpverlening

In het Albertusgebouw aan de Raadhuisstraat werd voor onderdak van de daklozen gezorgd. De commissaris van de Koningin in Gelderland benoemde een comité tot steun aan de getroffenen van de stormramp. Daarin had ook de burgemeester van Didam, jhr. H.H.J.M. van de Poll, zitting.

De getroffen boerderij van Th. Rozijn, Smallestraat
(Uit De Graafschapbode)
Het vernielde verenigingsgebouw aan de Smallestraat
(Uit: De Graafschapbode)

Bronnen:

  • Staring, Frans, Van bosmark tot kerkdorp, 75 jaar Nieuw-Dijk (Doesburg 1986)
  • Internet: www.knmi.nl en www.weer.nl