Inleiding
Gerardus Henricus Reuvekamp werd op 16 maart 1864 geboren te Mastenbroek (gemeente Hasselt, Ov.). Hij werd priester gewijd te Utrecht op 15 augustus 1888 en werd assistent in de parochie te Stads ter Apelerkanaal. In het jaar 1894 volgde zijn benoeming tot kapelaan aan de Sint Lebuinuskerk te Deventer. Op 13 oktober 1905 werd hij benoemd tot pastoor van de parochie H. Stede te Hasselt. Daarna volgde op 12 november 1908 zijn benoeming tot pastoor van de St. Martinusparochie in Didam. Op 10 april 1911 werden hij tevens aangesteld als deken van het dekenaat Doesburg. Na een kortstondige ziekte (bronchitis gevolgd door longontsteking) overleed hij in Didam op 29 oktober 1946 en op 2 november daaropvolgend begraven op het R.K. kerkhof in Didam.
Deken Reuvekamp was meer dan pastoor
Deze priester drukte in de periode 1908 tot aan zijn dood in 1946 een duidelijk stempel op de Didamse gemeenschap. Een pastoor in die dagen had ook bijzonder veel inspraak bij belangrijke maatschappelijke zaken. Met de burgemeester, de dokter, de dominee en de notaris regelde hij een groot stuk van het Didamse leven. Zij voorganger, pastoor C.J.A. Otten, had grootse plannen gemaakt om een prachtige nieuwe kerk te bouwen: een kathedraal waardig, maar in plaats daarvan ontstonden onder zijn pastoraat vanuit de moederparochie Sint Martinus de parochies in Loil en Dijk. Deken Reuvekamp was een man wiens hart vooral uitging naar het onderwijs en naar de armen en misdeelden.
Zo was hij enige jaren bisschoppelijk inspecteur van het katholiek onderwijs in het dekenaat Zevenaar. Hij was bestuurslid van de R.K. Normaalschool ter opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen in Terborg. Onder zijn stimulerende leiding werd in 1912 de R.K. meisjesschool in Didam belangrijk uitgebreid en werd op 1 mei 1915 op zijn initiatief een meisjespatronaat opgericht. Zo’n patronaat was een typische vorm van jeugdwerk uit die tijd. Vanuit dit meisjespatronaat ontstond uiteindelijk de huishoudschool.
Deken Reuvekamp richtte als voorzitter van het kerkbestuur van de Sint Martinusparochie in 1921 een verzoek aan de gemeenteraad om de Didamse openbare school voor jongens om te zetten in een R.K. school die werd genoemd naar de beschermheilige Sint Ludgerus. Ook was hij betrokken bij de stichting van de R.K. land-en tuinbouwschool en de eerste streekschool voor B.L.O. in Nederland voor moeilijk lerende jongens en meisjes, waarvan de officiële opening op 20 mei 1938 plaatsvond. Maar ook voor de ouderen wist deken Reuvekamp veel te bereiken. In het Albertusgesticht creëerde hij een passende huisvesting voor hen.
25-, 40-, en 50-jarig jubileum
Deken Reuvekamp was in Didam een geliefd persoon. Hij gold als een humaan schuldeiser en een royaal weldoener, waarvan de linkerhand niet wist wat de rechterhand deed. Geen wonder dat zijn vijfentwintig-, veertig- en vijftigjarig priesterfeest door de hele Didamse gemeenschap groots werden gevierd. Ter gelegenheid van het veertigjarig priesterfeest op 15 augustus 1928 schonken de parochianen hem het bekende Heilig Hartbeeld, dat werd opgesteld tegenover de oude Waterstaatskerk. Ook zijn zilveren pastoraat en vijfentwintig jaar dekenschap gingen niet ongemerkt voorbij. Voor zijn vele verdiensten voor de gemeenschap werd hij benoemd tot officier in de orde van Oranje Nassau.
Begrafenis
Ook zijn begrafenis was een indrukwekkende gebeurtenis. De plechtige uitvaartmis vanuit zijn Martinuskerk werd opgedragen door de heer E.W. Frank, deken van Zevenaar, geassisteerd door kapelaan Woertman als diaken, kapelaan Tondeur als subdiaken en oud-kapelaan Maureau als ceremoniarius. Ruim vijftig priesters woonden de Heilige Mis bij in een stampvolle kerk. Toen zijn stoffelijk overschot werd begeleid naar zijn laatste rustplaats, vormden de verkenners, welpen en ‘Trekvogels’ een erehaag. Duizenden belangstellenden volgden de baar naar het kerkhof. Harmonie De Club speelde een treurmars -de trom zwart omfloerst – en op het kerkhof werd ‘Heer geef eeuwige rust de zielen’ gespeeld. De absoute werd verricht door pastoor Reuvekamp uit Driel, neef van de overledene.
Bronnen:
- Weekblad De Liemers (9 november 1946)
- Dagblad De Gelderlander (23 maart 1996)
- Beursken. J.A.B. e.a., Kerkenboek Didam (Nijmegen 2000)
- Didam in de twintigste eeuw, jaar 1913 (Didam 2007)