SV Loil

Het ontstaan en de ondergang van Loil Vooruit 1919-1920

De voetbalclub Loil Vooruit (LV), welke omstreeks 1920 was ontstaan, bestond uit twee elftallen. Enkele bekende spelers van het eerste uur waren H. Lenting (Braske), J. Lenting (de Robbert), Joop Even, Jan Even, W. Peters, H. Bloem, F van Gorp, F. en L. Willemsen, F. Bergmans en de broers C. J. en F. Berendsen.
Het dagelijks bestuur van Loil Vooruit werd gevormd door B. van Wessel (voorzitter), Chr. Buiting (penningmeester) en H. Wenting (secretaris). Gespeeld werd in de wei van Jan van Wim Freriks, niet ver van kleermaker Chris Buiting. De meeste Loilse jongens vormden het eerste team, dat speelde in groene shirts met witte broek. De Diemse jongens, die speelden in rood-zwart gestreept shirt met witte broek, vormden – aangevuld met anderen – het tweede team.

Het verhaal gaat, dat het einde van deze vereniging als volgt tot stand kwam. Tijdens de Diemse kermis in 1921 moest er door het eerste elftal – het tweede team had wijselijk vrijaf gevraagd – in Loil tegen ’s-Heerenberg 2 gevoetbald worden. Allereerst moesten de Loilse spelers die zondagmorgen de kerkelijke plicht vervullen. Daarna werd volgens traditie de kroeg bezocht en daarbij werd door de spelers te diep in het glaasje gekeken. Het was dan ook niet verwonderlijk, dat nog maar net de rust van de wedstrijd tegen ’s-Heerenberg 2 gehaald werd, waarna men zich te ruste legde in een nabijgelegen stromijt van boer Freriks. Pogingen van de scheidsrechter om de ronkende meute te laten ontwaken, waren tot mislukken gedoemd. Noodgedwongen vertrokken de scheidsrechter en de tegenpartij uit ‘s-Heerenberg huiswaarts. Het gevolg was dat de voetbalbond een 5–0 nederlaag en 5 gulden boete oplegde. Het betekende tevens het roemloze einde van de voetbalclub Loil Vooruit. Pastoor Ph. J.J. Inden (1910-1941) vond deze gang van zaken uitstekend. Hij was bepaald geen voorstander van de voetbalsport.

De oprichting van Hertha en Flora omstreeks 1941

De Loilse jongens speelden vervolgens hun partijtje voetbal bij buurtploegen of men week uit naar Nieuw-Dijk of Didam. Het duurde tot eind van de jaren dertig alvorens men in clubverband weer in Loil begon te voetballen. Dat gebeurde op het veld van Jan Rasing aan de Kloosterstraat en de clubkleuren waren witte blouse en zwarte broek. Gradus Kaldenhoven werd trainer en Gradus Smits (Vuuske) zijn assistent. Laatstgenoemde zette een regionale competitie op, waaraan veelal door clubs van jonge boeren werd deelgenomen. De vereniging kreeg de naam Hertha. Hoe men overigens aan die naam kwam, is niet bekend, maar het was wel een meisjesnaam, die vroeger bij de Batavieren veel voorkwam. Na vrij korte tijd werd de naam van Hertha veranderd in Flora. Het was namelijk bekend, dat de toenmalige pastoor Inden de naam Hertha niet zo geschikt vond voor een voetbalclub. De Batavieren vereerden immers afgoden en daarom was Hertha volgens pastoor Inden afgeleid van de naam van de een of andere afgod. Om die reden werd de naam Hertha gewijzigd in Flora. In de Romeinse mythologie was dat de naam van de godin van de bloemen en van de lente. Schijnbaar had pastoor Inden met deze nieuwe naam geen moeite. De eerste Loilse parochieherder was er ook niet van gecharmeerd, dat de voetballers in een korte voetbalbroek de kerk passeerden. Hij vond dat onzedelijk. Er waren toen geen kleedlokalen en men kleedde zich meestal thuis al om. Als men dan de kerk naderde, trok men een oude lange broek over de voetbalkleren aan en als de kerk uit zicht was, werd deze broek weer uitgetrokken.

Hertha/Flora in de wei van J. Rasing.
Café Rasing, het clubhuis van Flora.

Toen in december 1941 pastoor Inden met emeritaat ging, volgde pastoor G.W. Bauland (1941-1950) hem op. Deze man was een liefhebber van de voetbalsport en al spoedig kreeg Flora een officiële status. Het eerste veld was bij Peters Op den Uilenpas, achter de boerderij. Menigmaal kwam de bal in de mestvaalt terecht en dus zocht men naar alternatieven. Vervolgens werd er gevoetbald in de wei van Jan Rasing aan de Kloosterstraat en daarna in de wei van Teun Rasing aan de Rosmulderweg. Om aan de wensen van sommige ouders van spelers tegemoet te komen ging pastoor Bauland het Lof op de zondag verplaatsen van 15.00 uur naar 16.00 uur. Hierdoor kon men de kerkelijke plicht alsnog vervullen. Overigens bleef men tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in regionaal verband voetballen. Café Rasing (van eigenaar de Rooie Dorus) was het clubhuis.
Helaas ging deze vereniging na ongeveer vijf jaar ter ziele vanwege het ontbreken van de noodzakelijke gelden. Zo was Flora een korte lente beschoren. Dit wilde echter niet zeggen, dat er niet meer gevoetbald werd. Buurtploegen uit Loil voetbalden ongeorganiseerd tegen elkaar en bekend waren de derby’s tussen de Groenestraat en de Paltsweg. Een andere derby was de strijd tussen Holthuizen en Loil. Men voetbalde om de eer of er werd voor de winnaar een fles jenever of een doos sigaren beschikbaar gesteld. Er was altijd wel een boer die een wei beschikbaar stelde voor de voetbalwedstrijden.

De (her)oprichting van een voetbalclub in Loil kwam bij die wedstrijden regelmatig ter sprake. Na een lange voorbereidingsperiode kreeg Loil op 1 juni 1956 wederom zijn voetbalclub.

Elftal uit het Hertha- of Flora-tijdperk.
Elftal uit de Flora-tijd.

Het ontstaan van vv Loil in 1956

Een groepje enthousiastelingen onder leiding van de grote animator Drikkus Bloem gingen vol vuur en zeer voortvarend van start. Drikkus Bloem en de Didamse bakker Frans Som vroegen eerst pastoor J.B.J. Spelbrink (1950-1957) om zijn mening over de oprichtingsplannen. De pastoor stond er niet onwelwillend tegenover en verleende de nodige medewerking. Aan de Gelderse Voetbal Bond (GVB) werden de plannen voorgelegd en zij werden voor een gesprek uitgenodigd. Drikkus Bloem, Frans Som en pastoor Spelbrink als geestelijk adviseur van de op te richten voetbalvereniging vertrokken gezamenlijk naar het bondsbureau in Deventer. Het gesprek verliep hoofdzakelijk tussen het bondsbestuur en de pastoor, maar dat was voor die tijd heel normaal. De bevoegdheden van de geestelijk adviseur, die moest waken over de rooms-katholieke moraal binnen de op te richten vereniging, dienden in de statuten en het huishoudelijk reglement te worden vastgelegd. Voor de benodigde financiën werd een huis aan huiscollecte gehouden, die 247,50 gulden opbracht. Dat was voor die tijd geen klein bedrag. Na enig beraad stond Teun Rasing zijn wei aan de Rosmulderweg weer af. Niets stond toen nog de oprichting van de voetbalvereniging Loil meer in de weg. Nadat de initiatiefnemers het voorwerk met succes hadden afgerond, kon de officiële oprichting op 1 juni 1956 een feit worden. De oprichtingsvergadering vond plaats in café Schaars (’t Roodborstje). Men koos aanvankelijk nog niet voor de naam Loil maar voor LSV Deze afkorting stond voor Loilse Sport Vereniging. Een week later konden de plaatselijke voetballers zich na de late kerk als lid laten inschrijven in het toenmalige jeugdgebouw tegen een contributie van 1 gulden per maand. Het eerste bestuur bestond uit: Drikkus Bloem (voorzitter), Gerrit Wiendels (secretaris), Teun Lukassen (penningmeester), Tinus Ankersmit en Toon Borkus. De geestelijk adviseur was bij de bestuursvergaderingen aanwezig. Als hij niet kon, werd de vergadering uitgesteld. De vergaderingen begonnen altijd met de christelijke groet en soms deed pastoor Spelbrink nog een extra gebed. Hij werd later opgevolgd door pastoor Wolters, die de vereniging ook veel steun gaf. Zoals gebruikelijk werd het voetbalveld door de geestelijk adviseur, pastoor Spelbrink, tijdens de eerste thuiswedstrijd tegen Kilder ingewijd. Hij verrichtte daarna ook nog de aftrap om vervolgens weer naar de pastorie te vertrekken. De pastoor was geen echte voetballiefhebber. De Diemse bakker Frans Som, die in zijn jonge jaren een verdienstelijk keeper bij DVC was geweest, werd de eerste trainer van Loil. Hij was de grote vraagbaak in de begintijd en deed alles geheel belangeloos.

Oprichting in Café Schaars.
Inwijding door pastoor Bauland.

De omstandigheden

De wei van Teun Rasing aan de Rosmulderweg deed dienst als voetbalveld en dat was niet bepaald een biljartlaken. Door de week graasden daar de koeien en in het weekend moest het veld worden geprepareerd voor de wedstrijd(en). Zondags waren dan de koeienflatsen, molshopen en distels keurig verwijderd. Het veld werd omlijnd met zaagmeel van Timmerbedrijf Bolder, omdat kalk te duur was. De kleed- en wasgelegenheid was gevestigd in de koeienstal van Teun Rasing. De pomp verschafte niet altijd (koud) water. Na enkele jaren verhuisde men tijdelijk naar een weiland van Gerritsen aan het eind van de Wehlseweg. Een afgedankte schaftkeet deed toen dienst als kleedlokaal, waarbij zandzakken de keet voor instorten moesten vrijwaren.

Naar sportpark ‘De Korenakker’ in 1961

In 1961 werd door de gemeente Didam aan de Wehlseweg een nieuw sportvelden-complex aangelegd en in gebruik genomen. Helaas deed ook hier een oude keet als kleedlokaal dienst en dit was een voortdurende zorg voor het bestuur. Na talloze besprekingen werden – met medewerking van derden – twee kleedlokalen op eigen kosten aan het bestaande jeugdgebouw gebouwd. Deze sportaccommodatie (De Korenakker) is nadien nog verder uitgebreid en anno 2007 nog steeds in gebruik.

Voorzitter Drikkus Bloem.
Kampioenschap 1966.

Van voetbalvereniging naar sportvereniging in 1976

In 1976 werd heel bewust voor een omnistructuur gekozen en werden de statuten aangepast.
Er waren namelijk signalen uit de Loilse gemeenschap opgevangen, dat er ook interesse voor andere sportactiviteiten zou zijn. Naast de afdeling voetbal kon men er toen ook volleybal, klaverjassen, damesrecreatiesport en triatlon beoefenen. Ook DLKV (Didam-Loilse Korfbal Vereniging) was oorspronkelijk een afdeling van de sportvereniging Loil, maar is later als een zelfstandige vereniging verder gegaan.

Sportieve resultaten

Enkele sportieve resultaten van het eerste team tot 2005:

1958-1959 Kampioen in de klasse 3W van de afdeling Gelderland.
1965-1966Kampioen door 2-1 winst op Berghse Boys.
1969-1970In Stokkum werd voor 2.000 toeschouwers rivaal Stokkum met 2-1 verslagen en werd het kampioenschap in de tweede klasse van de afdeling Gelderland behaald. Daardoor mocht VV Loil voor het eerst in haar bestaan uitkomen in de eerste klasse van de Gelderse Voetbalbond.
1981-1982Kampioen in de tweede klasse GVB onder leiding van trainer Jan Pruis.
1986-1987Kampioen in Braamt en promotie naar de eerste klasse GVB onder leiding van trainer Harrie Christant.
1987-1988Kampioen en promotie naar de Hoofdklasse van de GVB onder leiding van trainer Harrie Christant.
1988-1989Op Hemelvaartsdag 1989 werd Voorst met 2-1 verslagen, waardoor promotie naar de vierde klasse van de KNVB een feit werd. Trainer was ook toen Harrie Christant.
1996-1997In een spannend en spectaculair nacompetitieduel werd H&K met 1-0 verslagen, waardoor promotie naar de vijfde klasse van de KNVB werd bereikt.
Kampioenschap 1970.
Kampioenschap 1989.

Bronnen:

  • Wil te, Th.G.H. en Beursken, J., Didam 1815-2005 Een Liemers plattelandsgemeente, blz. 416-421, 424 en 425 (Didam 2008)
  • ’n Tikkie terug 1956-2006. Terugblik op 50 jaar s.v. Loil