Mariakapel

Inleiding

Al voor de Tweede Wereldoorlog bestonden er in de kring De Liemers van de Jonge Boeren Bond plannen tot het oprichten van een veldkapel gewijd aan Maria. Na de oorlog doken er opnieuw voorstellen op in de Didamse afdeling van de Jonge Boeren tot het bouwen van een kapel. Het gemeentebestuur verleende medewerking door het plantsoen aan de toenmalige Zevenaarscheweg (nu Tatelaarweg) gratis ter beschikking te stellen, mits het bouwwerk architectonisch verantwoord zou zijn. De Jonge Boeren Bond ging te rade bij architect A. Vermeulen in Eindhoven, zoon van het oud-schoolhoofd uit Beek. Hij liet zich inspireren door de stijl van de voormalige Didamse havezaten. Het ontwerp kreeg goedkeuring en werd voor de som van 3.200 gulden uitgevoerd door aannemer Van Dulmen. De Brabantse beeldhouwer Manus Evers kreeg de opdracht een passend Mariabeeld te vervaardigen. De kosten daarvan bedroegen 2000 gulden.

Feestelijke overdracht en inwijding in 1947

Op tweede pinksterdag, 24 mei 1947, werd de kapel officieel namens de Jonge Boeren overgedragen – door voorzitter W. Loeters – aan katholiek Didam. Omdat het beeld van de ‘Koningin van de Vrede’ nog niet zover gereed was, kwam er voorlopig een gipsmodel. Aan de overdracht ging een plechtig Lof in de Sint Martinuskerk vooraf. Vanuit de kerk trok een indrukwekkend lange stoet – voorafgegaan door muziekvereniging De Club en de jeugd- en standsorganisaties – zingend en biddend naar de kapel. Daar werd het woord gevoerd door burgemeester De Leeuw, die opmerkte, ‘dat men tegenwoordig veel over de jeugd klaagt, maar blijkens de inzet van de leden van een jeugdstandsorganisatie die zo’n resultaat laat zien, die jeugd toch met idealen bezield moet zijn’. Pastoor Janssen duidde in zijn predicatie erop, dat de bouw was geschied uit dankbaarheid voor de in de oorlog genoten bescherming en hij hoopte, dat de kapel een centrum van blijvende Mariaverering zou blijven met minstens één keer per jaar een grote Mariahulde. ‘Het ligt aan ons of deze kapel een bron van zegen en troost wordt in ons leven. En dan zal katholiek Didam ook zorgen, dat hun kapel daar niet verweerd komt te staan te midden van onkruid en wild gras. Het ligt aan ons te zorgen, dat onze Moeder niet hoeft te treuren over de kinderen die haar vergeten’.

De circa duizend aanwezigen zongen meerdere Maria-liederen. Een missiepater hield een enthousiaste feestpredicatie. Pastoor Janssen wijdde de kapel in en daarna volgde een grote bloemenhulde door de jeugd, voornamelijk meisjesleerlingen van de Pius X school en leden van de diverse jeugdverenigingen.

Het bewerken van het plantsoen aan de Tatelaarweg
De Mariakapel in de stijl van de Didamse havezaten

Bronnen:

  • Tomassen, G., Didam in de twintigste eeuw, jaar 1947 (Didam 2007)