Voorgeschiedenis
Op 18 januari 1954 was de verkoop van de oude kerk aan de rooms-katholieke Didammers een feit. Afgesproken was – vanwege de gevoeligheden wederzijds – dat er niet juichend zou worden gedaan in de rooms-katholieke media. Dus geen ‘Voor de verkoopster krenkende uitingen van vreugde’‘. Ook geldt nu nog steeds de bepaling dat in de Mariakerk geen aanduiding aangebracht mag worden, waarin melding wordt gemaakt van de verkoop. Voor het bedrag van ƒ 207.500,– (na aftrek van de overdrachtskosten) kon de protestantse gemeente een nieuw onderkomen gaan bouwen. Totdat de nieuwe kerk klaar was, mochten de protestanten gebruik blijven maken van de oude dorpskerk.
Bouw nieuwe kerk aan de Torenstraat
Het eerste ontwerp van 2 april 1952 (!) werd afgekeurd, deels omdat het (te) sterk leek op de Sint Martinuskerk en deels omdat men het te groot achtte. Het moest kleiner en minder rooms. Het tweede schetsontwerp zag er te simpel uit en daarom besloot architect Heineman (bna) om er dan maar een paar ‘schoorstenen’ in te schetsen. En daar was men in Didam wel gelukkig mee.
Het gebouw kwam in de tuin van de oude pastorie te staan (die later werd afgebroken…). Het interieur was ontworpen voor honderd zitplaatsen: zestig in de vorm van banken en veertig in de vorm van stoelen. Voor de bouw van deze kerk hadden de volgende vier bedrijven meegedaan aan de aanbesteding op 20 mei 1954.
Naam | Bedrag |
Fa. Gebr. Joosten en H. B. Hugen, Dorpsstraat 24 A, Babberich | ƒ 75.992,00 |
Fa. Altena’s Bouwbedrijf Prinsessestraat 37-39, Arnhem | ƒ 75.224,00 |
Fa. J. Scheerder en Zn, C 1, Didam | ƒ 74.680,00 |
Fa. J. F. Berendsen en Zonen, Wehlseweg D 137 | ƒ 73.000,00 |
De bouw werd aan de Fa. J.F. Berendsen en Zonen gegund. Op 25 mei 1954 stuurde architect Heineman aan het college van kerkvoogden de definitieve begroting voor de bouw van de Nederlands-hervormde kerk.
Omschrijving | Bedrag |
Bouwkosten (aanbesteding d.d. 20 mei 1954) | ƒ 73.000,00 |
Klokjes met luidvoorziening | ƒ 800,00 |
Verwarming | ƒ 4.750,00 |
Meubilair, gordijnen en elektr. ornamenten | ƒ 5.400,00 |
Orgel | ƒ 17.400,00 |
Tuinaanleg | ƒ 1.200,00 |
Honorarium architect, werktekeningen, opzichters-, reis- en kantoorkosten | ƒ 8.650,00 |
Beloning aannemers | ƒ 800,00 |
Totaal | ƒ 112.000,00 |
Het interieur
De toenmalige predikant – dominee W. P. J. Wesseldijk (predikant in Didam van 1952 tot 1958) vroeg de beeldhouwer Han Petri – zoon van de voorganger van dominee Wesseldijk, dominee Jacobus Petri – om een kunstwerk te maken boven de ingang van de kerk. Han Petri heeft daar ƒ 250,– via de architect voor in rekening gebracht. Het doopvont is – naar een ontwerp van architect Heineman – gemaakt van Sint Paul’s kalksteen door Steenhouwerij R. van Dijk jr. uit Arnhem, voor de prijs van ƒ 345,–. Eenzelfde doopvont is ook gemaakt voor de Immanuelkerk in Brunssum. De stoelen kwamen van de firma Zwagerstoelen uit Ermelo; de banken, de stoel achter de tafel, de tafel, het liturgiebord met cijfers en letters, de knielbank en de gordijnen werden geleverd door de Fa. J. W. Bolder & Zonen, Timmer- en Meubelbedrijf annex Meubelhandel, Kerkstraat A 36, voor een totaalbedrag van ƒ 4.801,39.
De eerste kerkdienst in de nieuwe kerk werd op 12 maart 1956 gehouden.
Bronnen:
- Didam in de Twintigste eeuw, jaar 1955 (Didam 2007)