Inleiding
De OVD heeft in totaal 15 informatiepanelen in de voormalige gemeente Didam geplaatst. Voor een overzicht van alle informatiepanelen klik hier.

Hieronder vindt u een uitgebreide beschrijving van de afbeeldingen die horen bij dit informatiepaneel.
Een stukje historie en de afbeeldingen (klik op de afbeeldingen voor een vergroting)

1. Kerk en pastorie in 1910 (Wehlseweg 36-38)
Tot 1910 gingen de katholieke inwoners van het huidige Loil naar de enige kerk in de gemeente, de Sint Martinuskerk aan de Kerkstraat in Didam. Omdat de Didamse kerk te klein was geworden om de vele kerkgangers te herbergen, schonk de Martinusparochie in Didam aan Loil en Dijk 30.000 gulden voor de bouw van twee nieuwe kerken in Loil en Dijk. Daarnaast werden door Loil nog andere financiële bronnen aangeboord. Het tekort vulde bouwpastoor Ph.J.J. Inden aan volgens een vooraf overeengekomen regeling met het nieuwe kerkbestuur. De grond voor de nieuwe kerk werd in 1909 aangekocht. Architect Rietbergen had in februari 1910 de bouwtekening voor een nieuwe kerk met pastorie gereed. Veel Loilenaren waren vervolgens druk in de weer om met schop en kruiwagen te helpen met het grondwerk. Op 24 mei 1910 werd de eerste steen gelegd. In slechts 174 werkdagen stond het kerkgebouw er en dat mag een bijzondere prestatie heten. De inwijding van de kerk vond plaats op maandag 14 november 1910 door de aartsbisschop van Utrecht, Mgr. Henricus van de Wetering. De nieuwe parochie kreeg de naam OLV Onbevlekt Ontvangen.
Vanwege teruglopend kerkbezoek zal in maart 2018 de laatste eredienst plaatsvinden waarna in 2019 het kerkgebouw en pastorie vrij komt voor hergebruik of een nieuwe bestemming. Kerk en pastorie zijn een gemeentelijk monument.
Voor meer informatie over de kerk en de pastorie klik hier
2. Klooster en meisjesschool in 1930 (aan de Kloosterstraat)
Sinds 1910 bezochten Loilse jongens en meisjes de openbare school aan de Wehlseweg. Maar de meeste katholieke ouders in Loil stuurden hun dochters naar de katholieke meisjesschool van de zusters J.M.J. (Piusschool) aan de Kerkstraat in Didam. Pastoor Inden wenste in Loil een eigen rooms katholieke school voor jongens en meisjes. Aanvankelijk kon die wens niet worden gerealiseerd. Het kerkbestuur van Loil diende op 8 juni 1924 een aanvraag in bij het bisdom om een meisjesschool met zustershuis (klooster) te mogen bouwen. Al op 1 oktober 1924 kon de school worden geopend en kreeg de naam meisjesschool Sint Jozef. Het klooster kwam in 1925 gereed en kreeg de naam ‘Sint Petrus Canisiusgesticht’. De school had ook een naaikamer voor oudere meisjes. De Congregatie van de zusters der Heilige Maagd, genaamd het Gezelschap van J.M.J. nam de taak op zich om de school en het zustershuis te beheren. De school bevatte één lokaal bestemd voor kleuteronderwijs en drie lokalen waren bestemd voor het basisonderwijs. In feite was het een kleine dependance van het Pius X complex in Didam. In 1926 werd ook de andere wens van pastoor Inden vervuld. De openbare school werd een rooms katholieke jongensschool, toegewijd aan Sint Aloysius.
Op 7 april 1945, enkele dagen nadat Didam was bevrijd van de Duitse bezetters, probeerden de zusters weer orde op zaken te stellen zodat het onderwijs weer kon beginnen. Twee Loilse meisjes, Leike van Vuuren en Fientje Seegers, hielpen daarbij. Plotseling ontplofte achtergebleven munitie op het schoolplein. Hierbij werden de meisjes gedood en de school en het klooster verwoest. De school werd niet meer herbouwd. Het R.K. onderwijs aan de Loilse meisjes ging daarna verder in het verenigingsgebouw. In 1950 volgde een fusie met de jongensschool Sint Aloysius. De huidige kloosterstraat is een laatste herinnering aan het klooster en de meisjesschool.
Voor meer informatie over de meisjesschool en het klooster klik hier
3. Verenigingsgebouw in 1970 (Wehlseweg 40)
In 1922 was pastoor Inden de grote stimulator achter de bouw van het verenigingsgebouw. In de top van van de voorgevel werd een bord met de tekst ‘R.K. Vereenigingsgebouw Loil-1922’ ingemetseld. Het verenigingsgebouw heette in de begintijd ook wel parochiehuis. Het gebouw bestond onder andere uit een grote zaal met een grote verhoging voor het opvoeren van toneelstukken en enkele kleine ruimtes. Een jaar later ontstond binnen de muziekvereniging Amicitia een toneelafdeling. Het had gedurende zijn bestaan de meest uiteenlopende functies: feest-, film-, dans-, gym-, concert- en toneelzaal. Daarnaast functioneerde het na de Tweede Wereldoorlog nog tijdelijk als school (van april 1950 tot november 1950 woonde het schoolhoofd Tiel Groenestege er met zijn gezin), repetitie- en oefenruimte en de laatste decennia als kleedlokaal van de sv. Loil. Vanwege de slechte staat van het oude gebouw werd in 1978 besloten het gebouw niet te renoveren maar te slopen. In 1980 kon op dezelfde plaats waar het verenigingsgebouw had gestaan het nieuwe dorpshuis ‘De Zomp’ Wehlseweg 40 officieel worden geopend.
4. Openbare school in 1915 (Wehlseweg 77-81)
Omstreeks 1900 kon de openbare school aan de Schoolstraat in het dorp Didam het aantal leerlingen niet meer huisvesten. Maar pas in 1908 besloot de gemeenteraad om in Loil een nieuwe school te bouwen. Aan de Wehlseweg werd grond gekocht en de Didamse architect B.J. Berendsen ontwierp de school met een onderwijzerswoning. De school opende haar poorten op 1 oktober 1910 en startte met 96 leerlingen, hoofdzakelijk jongens. Op 6 augustus 1926 nam het Loilse kerkbestuur de school met onderwijzerswoning over van de gemeente. De school werd nu een bijzondere school voor rooms katholiek onderwijs onder de naam van patroonheilige Sint Aloysius.
Op 1 april 1950 volgde een fusie tussen de jongensschool en de meisjesschool Sint Jozef. Onder de naam Sint Jozefsschool ging het bijzonder onderwijs voor jongens en meisjes verder in de voormalige Sint Aloysiusschool aan de Wehlseweg. Deze school bleef dienst doen tot 1963 en werd in 1968 afgebroken voor woningbouw. In 1964 werd op een andere plaats aan de Wehlseweg een nieuwe Sint Jozefschool gebouwd.
Voor meer informatie over de openbare school, de Sint Aloysiusschool en de Sint Jozefschool klik hier
5. Café en bakkerij Boss in 1925 (Wehlseweg 85)
Op de afbeelding van 1925 staat het café en bakkerij van Drikus Boss en zijn echtgenote Anna Evers aan de Wehlseweg. V.l.n.r. zijn te zien zoon Hein, de dochters Bertha en Marie, moeder Anna, vader Drikus en de zonen Frans en Theed. Bakker Drikus Boss was niet de enige bakker in Loil. Al sinds 1895 was de familie Seegers actief met een bakkerij voor brood, beschuit, koek en kleingoedgebak. Later gingen Drikus Seegers en zoon Bertus door met het familiebedrijf. In 1997 kwam er een einde aan de bedrijfsactiviteiten in Loil. De bakkerij met winkel werd door Berry Seegers voortgezet in de Spoorstraat in Didam. Een andere bakker in Loil was Willem Brandts afkomstig uit Nieuw-Dijk waar zijn vader Jozef aan de Smallestraat een bakkersbedrijf runde. In 1941 kocht hij de winkel met bakkerij aan de Oldegoorweg (wijknummer D 186-I) van bakker Bernard Streuff in het buurtschap Holthuizen.
6. Café Rasing in 1913 (Wehlseweg 34)
In 1910 liet Dorus Rasing naast de pas gebouwde kerk aan de Wehlseweg een café en kruidenierswinkel bouwen. Op 26 januari 1911 trouwde hij met Grada Worm in de nieuwe kerk en een paar dagen later werd het café en kruidenierswinkel geopend. Naast de kruidenierswinkel had de familie Rasing ook een kolen- en eierhandel. In 1950 nam zoon Theed de gehele zaak over. Hij ging met de tijd mee en liet in 1959 een zaal aan het café bouwen. In 1968 vond een flink verbouwing plaats en werd de naam veranderd in ‘Café-Restaurant de Nachtegaal’. Ook kwam er eind aan de kolen- en eierhandel en werd de winkel gesloten.
Vanaf die tijd richtte het bedrijf zich volledig op de horeca-activiteiten. In 1973 opende de familie Rasing op de locatie van de voormalige winkel een slijterij. Al vanaf 1966 beheerde oudste zoon Theo een cafetaria naast de zaal en in 1974 kocht hij het bedrijf van zijn ouders. Jongste zoon Wilfried, die ook een paar jaar de cafetaria had beheerd, kwam in 1977 bij zijn broer in de zaak. Samen besloten ze om in 1979 de zaal, die eigenlijk te klein was voor die tijd, te laten slopen en een nieuwe zaal te bouwen. Die werd in 1980 gerealiseerd.
In het voorjaar van 1985 werden Jan en Leo Hendriks uit Didam de volgende eigenaren. Jan overleed plotseling in 2011 en Leo beëindigde de bedrijfsactiviteiten in 2016. Begin 2017 werden Murat Yilmaz en Murat Sahingöz de nieuwe eigenaren. Zij wijzigden de naam in ‘Partycentrum Lara’.
Voor meer informatie over café Rasing klik hier
7. Het Rosmulderhuis (Wehlseweg 23, 23a en 23b)
De benaming Rosmulderhuis verwijst naar het huis waar ooit Rosmoleneigenaar Geerlings woonde. Het huis (in oorsprong gebouwd als boerderij) heeft Jan Geerlings in 1758 (zoals blijkt uit muurankers in de voorgevel) laten bouwen. In dat jaar trad Jan Geerlings in het huwelijk met Maria Avelingh. Op dat moment was er nog geen sprake van een rosmolen voor het malen van granen. Een rosmolen is een molen waarbij de kracht voor de aandrijving wordt geleverd door één paard (ros). Deze rosmolen werd pas na 1809 gebouwd. Zoon H.J. Geerlings trad in 1813 in het huwelijk met Jenneken Brouwer uit Rheden. Het jonge echtpaar trok in bij de ouders Geerlings. In 1824 werd de rosmolen omgebouwd tot een windkorenmolen, de bouw kon pas eind 1825 worden afgerond. Het argument was hierbij dat de wind gratis was en dat paarden geld kostten. Deze molen deed dienst tot 1853 en werd toen gesloopt. Wat overbleef was het rosmulderhuis. Het rosmulderhuis kreeg andere bewoners en eigenaren. Een van de eigenaren was in 1917 pastoor Inden. Hij verkocht het rosmuldershuis later aan de familie Rasing. Vanaf In 1921 was Jan Rasing met zijn gezin de nieuwe bewoner. De laatste bewoner was het gezin van Teun Rasing. Het rosmulderhuis (op de gevel stond ‘De Rosmulderij’) werd in 1996 gesloopt ten behoeve van woningbouw aan de Wehlseweg. De huidige straatnaam Rosmulderweg houdt de herinnering in leven.
8. Smederij Hieltjes (Wehlseweg 4)
In 1911 verhuisde hoefsmid Willem Hieltjes van Wijnbergen naar Loil. Hij had aan de Wehlseweg een bestaande smederij met herberg van de toenmalige eigenaar Geerlings gekocht. In 1912 trad Willem in het huwelijk met Dora Lucassen. Naast de smederij begonnen Willem en Dora ook een winkeltje. Hier werden hoofdzakelijk ijzerwaren en gereedschappen verkocht. Van kinds af aan werkten de zonen Antoon, Bernard, Gerrit, Jo en Willy mee in het bedrijf. Zoon Antoon begon in 1939 een eigen bedrijf in Nieuw-Dijk. Het was een soort van dependance van het bedrijf van zijn vader. Na de Tweede Wereldoorlog was Willem ook loonwerker voor de boeren. Toen Willem Hieltjes in 1950 kwam te overlijden werd de zaak overgenomen door zijn zonen Gerrit, Jo en Willy en dochter Dora. In 1956 ging alleen Jo verder met de zaak. Hij liet in 1962 een nieuwe werkplaats met bedrijfswoning bouwen. De heropening volgde in 1964. Vier jaar later werd het winkeloppervlak vergroot. De derde generatie Hieltjes, zoon Wim, nam in 1992 het bedrijf van zijn vader over. De activiteiten richtten zich hoofdzakelijk op de landbouwmechanisatie.
Dit paneel is mede mogelijk gemaakt door:

