Paneel 08: Wilhelminastraat – Julianawijk – Willibrordusweg

Inleiding

De OVD heeft in totaal 15 informatiepanelen in de voormalige gemeente Didam geplaatst. Voor een overzicht van alle informatiepanelen klik hier.



Hieronder vindt u een uitgebreide beschrijving van de afbeeldingen die horen bij dit informatiepaneel.

Foto 1: Wilhelminastraat richting centrum omstreeks 1900 (vanaf Wilhelminastraat 44

Omstreeks 1900 vond het vervoer van goederen op het5 platteland veelal met paard en wagen plaats. Maar dat gebeurde ook door middel van een hondenkar. Op de afbeelding zie we bakker en kruidenier Hend Looman tegenover zijn kruidenierswinkel op de hoek Wilhelminastraat en de Spoorstraat. Hij bezorgde zijn waren met zijn hondenkar of haalde er zijn benodgide voorraden mee op. De Wilhelminastraat was toen nog een grindweg. Op die weg waren door gemeentewerkers palen neergelegd, waardoor het paard gedwongen werd om er tussen door te slalommen. Deze palen werden regelmatig verlegd om karrensporen tegen te gaan. 

Links de kruidenierswinkel van bakker Looman, het eerste postkantoor van Didam, gerund door
M. Banken, het andere deel van het pand werd bewoond door horlogemaker R. Lukassen, daarna
koperslager T. Kuppens, blauwverver F. Schlief, timmerman H. Lichtenberg,  schoenmaker Ros en café
Het Zwijnshoofd van Berendsen. Rechts de woning van verver Hendrik Kuppens. 
Op de achtergrond het huis van notaris Van Romondt. 
(fotocollectie OVD) 

Foto 2: Wilhelminastraat richting centrum omstreeks 1930 (vanaf Wilhelminastraat 40)

Op de achtergrond de Didamse toren. Er mankeerde weinig aan of de toren was omstreeks 1842 afgebroken. In 1839 verzocht de Hervormde Gemeente aan het gemeentebestuur, die eigenaar van de toren was, om de hoge spits van de toren te repareren. Het gemeentebestuur verklaarde echter de toren te willen afbreken. Gelukkig is het zover niet gekomen.  De Hervormde Gemeente besloot in 1846 zelf het strikt noodzakelijke achterstallige onderhoud ter hand te nemen. Dit resulteerde in het afbreken van de hoge torenspits en die te vervangen door een klein piramidevormig dak. Voor meer informatie klik hier. Ook is informatie opgenomen in het jaarboek Aover Diem, jaargang 2020. 

De Wilhelminastraat omstreeks 1930. Op de achtergrond de dorpskerk, het notarishuis en het
torentje van het postkantoor. Rechts het eerste gebouwtje van de A.B.T.B. en het huis van Tinus
Bolder (nu winkelcentrum De Ent). Links het woonwinkelpand van Hend Kuppens (later Coenraadts
Optiek) en de boerderij van Jan Schlief (nu Elfrink Beeld en geluid (fotocollectie Theo te Wil)

Foto 3: Gebouw ABTB omstreeks 1925 (nabij Wilhelminastraat 29)

De Nederlandse Boerenbond, afdeling Didam werd in december 1896 opgericht. Vrij snel na de oprichting telde de afdeling Didam al 180 leden. Om de aankoop van producten te kunnen bekostigen werd in 1897 voor de boeren een leenbank opgericht, de Boerenleenbank. Dat was één van de eerste Boerenleenbanken van Nederland. Al eerder had men in Didam getoond te kunnen aanpakken met de oprichting in 1891 van de Coop0eratieve Roomboterfabriek. In 1909 waren al 287 boeren lid van de afdeling Didam van de Boerenbond. In 1915 volgde Loil en in 1916 Dijk. Het streven naar een puur katholieke organisatie leidde in 1917 tot de oprichting van de A.B.T.B. In het overwegend katholieke Didam werd vervolgens de Boerenbond ingeruild voor de ABTB met de afdelingen Didam, Loil en Dijk. In 1920 was het college van B&W akkoord met de bouw van een pakhuis aan de Wilhelminastraat. In november 1927 volgde een forse uitbreiding van het hoofdgebouw aan de straatzijde. In 1936 besloot men tot een ingrijpende verbouwing, waarbij tevens het productieproces werd verbeterd. In maart 1953 stond het gebouw in de brand en de schade werd op een kwart miljoen gulden geschat. Het pand werd snel weer herbouwd. Omstreeks 1970 werden de panden aan de Wilhelminastraat afgebroken om plaats te maken voor de bouw van winkelcentrum De Ent. Voor deze en meer informatie zie de publicatie van Henk Stevens, De maalderijen van Didam, van molen tot fabriek (’s Heerenberg, 2011).+

Het eerste eigen ABTB-gebouwtje in het centrum van Didam omstreeks 1925
(fotocollectie mw. Reinders-Schlief) 

Foto 4: Panden Wolsing en Looman omstreeks 1930 (vanaf Wilhelminastraat 40)

Rond 1900 was in het dubbele woonhuis rechts op de foto aan de linkerkant het postkantoor gevestigd. Kantoorhouder was Marianus Banken en hij was tevens gemeentesecretaris. Postbode Cornelissen werd in die tijd vanuit dit kantoor aangestuurd om de post te bezorgen. Dat deed hij aanvankelijk alleen te voet door de hele gemeente Didam. Gelukkig namen de Didammers, die veraf woonden, de post ’s zondags bij de kerk in ontvangst. Aan de rechterkant woonde uurwerkmaker Reinier Lukassen. Op 12 december 1906 kocht slager Gradus Wolsing het voormalig postkantoor van de erven Banken en verbouwde het tot een slagerij. Buurman Reinier Lukassen had er al een verdieping opgebouwd en in 1930 volgde Bernard Wolsing (zoon van Gradus) dit voorbeeld. In de jaren dertig vertrok Jan Lucassen, zoon van Reinier) naar het nieuw gebouwde woonwinkelpand in de Spoorstraat. Naast Wolsing is zichtbaar de kruidenierswinkel van bakker Looman en helemaal links het pand van meubelhandel Wolters. 

Een kijkje in de Wilhelminastraat nabij de kruising met de Spoorstraat en de Schoolstraat
omstreeks 1930 (fotocollectie Ben Wolsing)

Foto 5: Wilhelminastraat richting centrum omstreeks 1960 (vanaf Wilhelminastraat 44)

Links vooraan de kruidenierswinkel van Looman, slagerij Wolsing, woning van mevr. Lukassen-Trilsbeek, winkel in huishoudelijke artikelen van Kuppens-Gilsing, de boerderij van Schlief, de Boerenleenbank,
schoenwinkel Ros en café Het Zwijnshoofd. Rechts de winkel van Coöperatie De Vruchtboom,
CAVV (boerenbond), horlogemaker Bolder en de hoedenwinkel van de gezusters Moorman
(Fotocollectie Theo te Wil)   

Foto 6: Coöperatie De Vruchtboom omstreeks 1962 (nabij Wilhelminastraat 35)

Een achttal mensen in Didam richtten in maart 1908 de Coöperatieve Verbruiksvereniging De Vruchtboom op. De eerste locatie was het pand van de familie Even (ongeveer op de plaats waar de twee vrachtwagens staan. De linker voorkamer van het pand werd ingericht als winkel annex kantoor van De Vruchtboom. Door groei van de activiteiten en de omzet kwam er ook behoefte aan extra ruimte. Er kwam een splitsing tussen de handel in verbruiksartikelen en de handel in landbouwartikelen. In 1919 werd op een aangekochte locatie er naast (naast het A.B.T.B.-gebouw) een nieuw woon-winkelhuis met een bakkerij gebouwd. Vervolgens hebben veel verbouwingen en nieuwbouw plaatsgevonden. Zo werd in de jaren vijftig de winkel geheel verbouwd en gemoderniseerd. De voormalige woning van de familie Even werd gesloopt, waardoor de maalderij beter bereikbaar werd. In het midden van de jaren zeventig werden de gebouwen afgebroken met als sluitstuk de sloop van de 16 meter hoge silo in 1978. Op de plaats van de maalderij werd eerst een supermarkt gebouwd en sinds 2004 staat er – na sloop van ook andere gebouwen – het gebouw van de Rabobank (later opgeheven) met winkels en appartementen (Residence Carpe Diem).     

De maalderijen van Coöperatie De Vruchtboom aan de Wilhelminastraat en de 18 meter hoge silo
omstreeks 1962 (foto J.C. Oosterlaken)

Foto 7: Touringcarbedrijf Morren omstreeks ca. 1930 (vanaf Wilhelminastraat 48)

De Wilhelminastraat omstreeks 1930.Vanaf het eind van de 19e eeuw woonde het joodse echtpaar Jacob Schoonhoed en Elka van Lier in het pand aan de linkerkant. Zij dreven er een winkel in kruideniers- en grutterswaren, boter, kaas, eieren, vet en spekwaren. In september 1929 vestigde Jo Morren uit Bussum zich met zijn echtgenote en vier kinderen in het pand. Hij begon er een reparatieinrichting voor automobielen, motoren en rijwielen en was een officieel service-station voor Ford. Later werd het bedrijf voorgezet door de drie zonen Jan, Jozef en Gerrit en werd er diverse keren verbouwd. Naast de garage groeide het bedrijf uit naar het alom bekende touringcarbedrijf en reisbureau Morren. Het pand is in het begin van de 21e eeuw gesloopt om plaats te maken voor de bouw van de Rabobank, winkels en 18 appartementen (Residence Carpe Diem).

Rechts is nog een deel van het pand zichtbaar waar in die tijd de familie Schuurman woonde. Het pand staat op de gemeentelijke monumentenlijst. Mevrouw Schuurman-Markhorst had daar haar praktijk als verloskundige. Zij was de laatste die als verloskundige in dienst was van de gemeente Didam. Zij verrichtte in Didam tussen 1917 en 1957 ongeveer 10.000 bevallingen. Zij werd opgevolgd door mevr. Volman-Derks. Voor meer informatie over mevr. Schuurman-Markhorst klik hier. Meer informatie is ook te vinden in de publicatie ‘Didam in de twintigste eeuw‘ (Didam 2007), jaar 1979. 

e Wilhelminastraat omstreeks 1930. Links het touringcarbedrijf Morren, rechts een deel van de woning
van de familie Schuurman (fotocollectie Theo te Wil)

Foto 8: Openbare school omstreeks 1960 (Julianastraat 41)

Op 3 maart 1927 kocht de gemeente Didam een perceel grond op ‘het Mager End’ (omgeving Hoofdstraat/Julianastraat) van de Hervormde Gemeente in Didam. Gemeentearchitect Lichtenberg maakte het ontwerp van de in oorsprong éénklassige school voor openbaar onderwijs. De eerste steen werd gelegd op 9 mei 1927. Al in 1930 vond uitbreiding plaats met een tweede lokaal. Vanaf het begin tot het jaar 1961 was meester A. Veenink er schoolhoofd. In het begin van de jaren zestig kreeg de school de naam: ‘Gouden Regenschool‘. Nadat de schoolfunctie in de jaren zeventig werd opgeheven, werd het gebouw in gebruik genomen door Scouting Didam. Voor meer informatie over het openbaar onderwijs in Didam zie jaarboek Aover Diem, jaargang 2016.

De Openbare school omstreeks 1960 (fotocollectie OVD) 

Foto 9: Julianastraat omstreeks 1965 (vanaf Julianastraat 10)

Direct na de bevrijding in 1945 was er in Didam een groot tekort aan woningen en nam het gemeentebestuur zelf de volkswoningbouw ter hand. Er werden nieuwe volkswoningen gebouwd in het gebied tussen de Wilhelminastraat, de Hoofdstraat (toen Weemstraat), de Schoolstraat en de Willibrordusweg. De Willibrordusweg was in die tijd nog een landweg en vanaf de Hoofdstraat (Weemstraat) liep een zandpad langs de openbare school en een woning aan de Willibrordusweg. Ten behoeve van deze woningbouw werden er twee nieuwe straten aangelegd: de Julianastraat en de Prins Bernardstraat. Tussen 1946 en 1951 werden in verschillende bouwstromen 87 nieuwe woningwetwoningen gebouwd, waarvan ongeveer de helft langs de nieuwe straten. De woningen waren ontworpen door het Arnhemse architectenbureau van Cornelis Nap in een traditionalistische, tuindorpachtige sfeer met herkenbare rode pannen. Deze nieuwbouw viel onder de Wederopbouwwet van na de Tweede Wereldoorlog. De woningen die in 1951 als laatste zijn gebouwd in de Prins Bernhardstraat wijken af van de basistypes en zijn waarschijnlijk door de gemeente zelf ontworpen. In 2004 werd deze wijk, Julianawijk genoemd, een gemeentelijke monument en in 2007 kreeg deze wijk de monumentenprijs van de gemeente Montferland. Voor meer informatie zie het jaarboek Aover Diem, jaargang 2003.

Komend vanuit de Wilhelminastraat is dit het rechter deel van de Julianastraat omstreeks 1965. 
(fotocollectie Henk Kuppens) 

Foto 10: Opening sigarenfabriek Ritmeester in 1955 (Willibrordusweg 8)

In de eerste helft van de 20e eeuw was Didam een dorp van hoofdzakelijk landbouwers, steenfabriekarbeiders en bouwvakkers. Voor de vrouwen was veelal een rol weggelegd als dienstmeisje, hulp in de huishouding of in de winkel. In de jaren vijftig van de vorige eeuw wilde de gemeente Didam, onder bezielende leiding van burgemeester Verberk, hier verandering in brengen door meer industrie aan te trekken. De gemeente had hiervoor een locatie voor ogen, dat werd omsloten door de spoorlijn Arnhem-Winterswijk, de Willibrordusweg en de Kruisstraat. De gronden waren al in eigendom van de gemeente. Het enige bedrijf dat zich daar al eerder gevestigd had, was Metalino.

Het bedrijf N.P.M. (Nederlandse Poetsdoeken Maatschappij), gevestigd in Arnhem, zocht in die tijd een locatie voor haar confectie-industrie. Het was in 1905 opgericht als weverij van poetsdoeken. In de loop der jaren werden naast poetsdoeken ook andere producten aan het textielpakket toegevoegd: eerst thee- en handdoeken en later ook bedrijfskleding. Voor deze kleding zocht men nog een nieuwe locatie.Drie maanden na het eerste contact van het bedrijf met de gemeente Didam, in april 1954, was de vestiging van het bedrijf in Didam reeds gerealiseerd! Enkele lokalen van de leegstaande oude huishoudschool achter het Carolusgebouw aan de Kerkstraat werden gehuurd en omgebouwd tot productieruimten. Hierin kwamen één coupeur en vijftien meisjes te werken. Als naam van het nieuwe bedrijf werd de streek gekozen waarin het bedrijf stond: Confectie-industrie De Liemers N.V. Uiteraard was deze locatie van tijdelijke aard. Het nieuwe eigen pand aan de Willibrordusweg werd anderhalf jaar later, op 11 Oktober 1955 om precies te zijn, eveneens door burgemeester Verberk geopend.

Sigarenfabriek Ritmeester in Veenendaal zocht in augustus 1954 een locatie om een deel van haar productie in onder te brengen. Dat kon op korte termijn in Didam gerealiseerd worden, eerst tijdelijk in het Carolusgebouw aan de Kerkstraat en later nieuwbouw aan de Willibrordusweg. Op maandag 25 oktober 1954 werd in het Carolusgebouw gestart met 32 meisjes. Ruim een jaar later werd de nieuwe fabriek aan de Willibrordusweg in gebruik genomen. Veel Didamse meisjes vonden er een baan en ook uit de buurtdorpen kwamen veel werknemers met de trein naar Didam. In 1980 werd het bedrijf in Didam gesloten vanwege een geleidelijke teruggang van de afzet van sigaren in Nederland. Het personeel (108 personen) werd middels een sociaal plan in de gelegenheid gesteld om haar werkzaamheden in gelijkwaardige functies bij het moederbedrijf in Veenendaal voort te zetten. In totaal gingen 52 personen pendelen naar het bedrijf in Veenendaal en jarenlang reed een autobus van Morren op werkdagen heen en weer naar Veenendaal. De werknemers konden opstappen bij het NS-station en de Mariakerk. Voor meer informatie zie jaarboek Aover Diem, jaargang 1999. 

lag in top bij de opening van de nieuw gebouwde sigarenfabriek Ritmeester op 15 december 1955.
Daarnaast staat de nieuw gebouwde hal van Confectie Industrie De Liemers N.V. (Liemco), die op
11 oktober 1955 werd geopend (fotoarchief gemeente Didam)

Foto 11: Kruising Willibrordusweg – Wilhelminastraat in 1954 (nabij Wilhelminastraat 76)

De kruising van de Wilhelminastraat met de Willibrordusweg omstreeks 1954. In die tijd eindigde
hier de Wilhelminastraat en begon links de Beekseweg. Links het café en winkel van Chris Verkerk
(fotocollectie OVD) 

Foto 12: St. Martinusmolen omstreeks 1950 (Molenhoek 17A)

Derk Kempers uit Wehl kreeg in 1854 vergunning tot het bouwen van een windkoren- en pelmolen op een nog weinig bebouwde plek buiten het centrum van Didam en aan de nieuw aangelegde kunstweg van Didam naar ’s Heerenberg. De molen werd op een belt gebouwd om meer wind te kunnen vangen. De eerste molenaar op de Sint Martinusmolen was Hendrikus Bernardus Meijer uit Zevenaar. die ook als bakker de kost verdiende. De laatst bekende molenaar was Wilhelmus Theodorus Strijbosch, die in 1933 als pachter begon en in 1951 eigenaar werd. Na het tijdperk Strijbosch werd de molen aangekocht door Laris Wonen en omstreeks 2007 volgde er een ingrijpende restauratie. Voor meer informatie klik hier.

De Martinusmolen omstreeks 1950 (fotocollectie OVD)

Dit paneel is mede mogelijk gemaakt door: