Inleiding
De OVD heeft in totaal 15 informatiepanelen in de voormalige gemeente Didam geplaatst. Voor een overzicht van alle informatiepanelen klik hier.

Hieronder vindt u een uitgebreide beschrijving van de afbeeldingen die horen bij dit informatiepaneel.
Algemeen
Belangrijk voor Didam en de Spoorstraat was de aanleg van de spoorlijn Zevenaar-Winterswijk in 1885. Hierdoor kwamen meer reizigers door de Spoorstraat naar het centrum van Didam (vooral voor het bezoeken van de markten) en werd het aantrekkelijk om er een winkelbedrijf te beginnen. Zo ontstond er aan het eind van de 19e eeuw/begin 20e eeuw in de Wilhelminastraat en de Spoorstraat een klein winkelcentrum. In het midden van de twintigste eeuw werd de Spoorstraat zelfs dé winkelstraat van Didam genoemd. De eerste winkeliers in de Spoorstraat waren onder meer Gilsing, Vlemminx, Polman, Benraad, Kok en Sul.
Ook belangrijk voor Didam was de vestiging van de eerste industrie aan de huidige Stationslaan, zoals de N.V. Didamsche Hout- en Cementindustrie, Gebr. Braun import-export, de N.V. Eerste Nederlandsche Borduurselfabriek, in de volksmond kantfabriek en de Metallino. Deze bedrijven waren allemaal opeenvolgend in hetzelfde bedrijfspand gevestigd. Dat pand was ooit het startpunt van de industriele ontwikkeling van Didam.
Foto 1: Spoorstraat richting station ca. 1961 (vanaf Spoorstraat 2)
Foto 2: Spoorstraat richting station ca. 1910 (vanaf Spoorstraat 5)

in 1936 een schoenenzaak begon. Het pad rechts voor het oude woonhuis van Bolk is de huidige
Ludgerusstraat. Voor 1902 was het centrum van Didam nog nagenoeg boomloos. In 1902 kocht de
gemeente 80 jonge lindebomen voor de Spoorstraat, Wilhelminastraat en de Varkensmarkt.
(Uitgave wed. H.A. Staarink, Didam, fotocollectie Jan Bolder)
Foto 3: Spoorstraat richting station ca. 1935 (vanaf Spoorstraat 11)
Foto 4: Spoorstraat richting centrum ca. 1950 (vanaf Spoorstraat 14)
Foto 5: De in 1891 gebouwde roomboterfabriek (Spoorstraat nrs. 26 en 28)
De Didamse zakenman Derk Reijers was getrouwd met een meisje uit Steenwijkerwold, gelegen in de kop van Overijssel. Door de vele bezoeken aan zijn schoonfamilie kreeg hij kennis van de nieuwe manier van boterbereiding in Friesland. Hij praatte daarover met verschillende belangrijke boeren in Didam en zij waren erg geïnteresseerd. Zo reisden de Didammers Engelbart Thuis en Hendrik Jansen in de winter van 1890/1891 naar een aantal boterfabrieken in Friesland om zich daar te laten voorlichten. De indrukken waren zo positief dat al op 11 maart 1891 de Didamsche Coöperatieve Roomboterfabriek bij notariële akte van notaris Mr. P. Kok te Didam werd opgericht. Er hadden zich 101 Liemerse boeren, te weten 68 uit Didam, 19 uit Zeddam en 14 uit Wehl als lid aangemeld.Hendrik Jansen en Engelbart Thuis werd respectievelijk als voorzitter en commissaris gekozen.
De bouw van de boterfabriek werd gebouwd door J. Muskes uit Herwen en werd gebouwd aan rechterkant van de vroegere apotheek. Op 4 augustus 1891 vond de opening plaats. In Didam stond één van de eerste stoomzuivelfabriek buiten Friesland.
De eerste directeur in 1891 was D.M. Brandsma uit Steggerda (Friesland). Hij was voor die tijd botermaker op één van de particuliere zuivelfabrieken in Frederiksoord (Friesland) en was tijdens de reis van Engelbart Thuis en Hendrik Jansen met hem in contact gekomen. Brandsma overleed in 1922 en werd opgevolgd door Fr. Brandsma, een zoon van zijn broer H. Brandsma. Dat was niet voor lange duur, want in 1925 werd hij opgevolgd door J.H. Vennegoor.
In 1926/1927 werd de roomboterfabriek gemoderniseerd en in 1928 werd door aannemer H. Welling voor hfl. 7.850,00 een directeurswoning naast de boterfabriek gebouwd. Deze woning werd door de toenmalige directeur Vennegoor betrokken. Met ingang van 2 januari 1937 werd de stoomfluit in werking gesteld op de tijdstippen 7 uur en 12 uur. Veel Didammers zullen zich ongetwijfeld het geluid van deze stoomfluit herinneren.
In 1950 werd de boterfabriek uitgebreid met een kaasfabriek en enkele jaren later werd de kantoorruimte vernieuwd.
Ook de boter- en kaasfabriek ontkwam niet aan de tekenen des tijds. De aanvoer van melk werd steeds minder en de arbeidskosten werden steeds hoger. Directeur Vennegoor vertrok per 1 mei 1967 en er werd besloten om met Vecomi in Renkum te gaan samenwerken. Dit was echter van korte duur. In 1970 werd de fabriek gesloten en in 1974 gesloopt. Voor meer informatie klik hier.
Foto 6: Spoorstraat richting centrum ca. 1930 (vanaf Spoorstraat nrs. 31 en 32)
Foto 7: De spoorwegovergang in 1930 (nabij Spoorstraat 38)
Foto 8: Het in 1885 gebouwde spoorwegstation (tegenover Stationslaan nrs. 3 en 5)
De spoorlijn Winterswijk-Doetinchem-Zevenaar (49,9 km.) werd in dienst gesteld op 15 juli 1885. De spoorverbinding tussen Zevenaar en Arnhem is bijna dertig jaar ouder dan die tussen Zevenaar en Winterswijk.
De stations werden gevestigd in Aalten, Varsseveld, Terborg, Doetinchem, Wehl, Didam en Zevenaar. Het traject kende in die tijd liefst negentien stopplaatsen.
Overigens had het niet veel gescheeld of er was in Didam geen station gebouwd. Op 31 mei 1880 werden namelijk in de Didamse gemeenteraad de plannen besproken voor de aanleg van de spoorlijn en de bouw van een stationsgebouw in Didam. Borgemeester Jhr. G.W. van der Does stelde namelijk voor om aan Gedeputeerde Staten te berichten dat het gemeentebestuur de opstapplaats Zevenaar voldoende vond, mede gelet op de korte afstand Didam-Zevenaar. Het spoorstation Didam werd toch gebouwd en op 15 juli 1885 geopend. De eerste stationschef was Jan Hendrik Reurslag. Naast personenvervoer was er ook goederenvervoer dat hoofdzakelijk bestond uit de aan- en afvoer van steenkool, veen, veevoer, kunstmest, suikerbieten en (mijn)hout.
Het station had aanvankelijk alleen gelijkvloerse ruimten voor plaatskaartenkantoor, bagage en wonen. Omstreeks 1919 werd een verdieping toegevoegd en die diende als woning voor de stationschef. De apparatuur voor de regeling van de treinenloop stond in het kantoor. Seinen, wissels en overwegen werden buiten op het perron bediend.
Het station van 1885 deed dienst tot de herfst van 1973 en werd vervangen door een moderne laagbouw, die op 4 augustus 1973 in gebruik werd genomen. Het honderdjarig bestaan van de spoorlijn werd op zaterdag 29 juni 1985 op grootse wijze herdacht. In 2005 werd besloten tot sloop van het stationsgebouw en heeft Didam geen stationsgebouw meer.
Foto 9: Het station in 1926 (tegenover Stationslaan nrs. 3 en 5)
Foto 10: Stationslaan richting station ca. 1954 (vanaf Spoorstraat 33)
Foto 11: Het stationsgebouw in 1970 (tegenover Stationslaan nrs. 3 en 5)
Foto 12: Opening nieuwe stationsgebouw in 1973 (tegenover Stationslaan nrs. 3 en 5)
Dit paneel is mede mogelijk gemaakt door:

